Geluk is een vrolijk en prettig ongrijpbaar onderwerp.
Waarom het een vrolijk onderwerp is behoeft geen uitleg.
Waarom het ongrijpbaar is zal hier worden uitgelegd en waarom iets prettig is als het ongrijpbaar of onbegrijpelijk is, is omdat je prikkelt om te zeggen “Hoezo ongrijpbaar? Misschien zoeken we wel op de verkeerde plaats.”
En over dat laatste vermoeden gaat het hier verder.
Vooraf is het goed om zoals Engelstaligen doen verschil te maken tussen fortune en happiness.
In het Nederlands gebruiken we het zelfde woord geluk echter voor deze twee geheel verschillende dingen:
Voor een meevaller in uitdrukkingen als ‘een geluk bij een ongeluk’ of in het commentaar ‘nou dan heb je geluk gehad’ als je vertelt dat je onderuitging met je fiets en een auto nog net kon stoppen. Van dit ‘geluk’ een gelukkige wending die niet uit je eigen handelen voortkomt werd in de oudheid gedacht dat dit al dan niet aan je werd uitgedeeld door een godin, Fortuna geheten.
Maar afgezien van gelukzoekers die loten kopen en casino’s bezoeken gelooft geen verstandig mens daarin, anders zou Fortuna Sittard wel een keer landskampioen worden.
Maar waar hebben we het hier dan wel over als we het hebben over geluk?
Het gaat over een ervaring of een gemoedstoestand die de het begrip tevredenheid overschrijdt.
Een tevredenheidsmoment kan veroorzaakt worden door een gebeurtenis die je zelf geheel of samen met anderen hebt veroorzaakt.
Als je taartbodem ongeschonden uit de bakvorm komt, of de motie waarvoor je op een partijcongres voor was met een glanzende meerderheid aangenomen wordt, denk je al gauw “gelukt!”.
Die momenten kunnen mede veroorzaakt worden door een gebeurtenis of een situatie en dat zou de indruk kunnen wekken dat geluk van externe factoren afhangt. Maar dat hoeft niet het geval te zijn, al was het alleen al omdat je zelf aan die gebeurtenis of die situatie bijgedragen kunt hebben.
En het hoeft niet eens een gebeurtenis te zijn, het kan ook een gedachte zijn.
Denk maar aan het moment dat je ineens de oplossing ziet voor een lastig probleem waar je al dagen lang mee rondloopt.
Komen die momenten of situaties met een bepaalde regelmatigheid in je leven voor dan kan of zal je jezelf op een bepaald moment omschrijven als een tevreden mens.
Carmiggelt liet een van de oude mannetjes die hij aan de lopende band verzon ooit zeggen ‘Er is een hoop ellende in de wereld meneer. Maar je moet er oog voor hebben.’
Er is echter meer voor te zeggen dat er een hoop geluksmomenten in de wereld op ontdekking liggen te wachten, maar je er wel oog voor moet hebben.
Die rol van het oog doet denken aan de veel bekendere uitspraak “Beauty is in the eye of the beholder” Afkomstig uit een boek van de Ierse schrijfster Margaret Hungerford uit 1878 getiteld Molly Bawn en de volledig zin luidt daar:
“It is an old axiom, and well said, that “Beauty is in the eye of the beholder”.
Hungerford geeft daarbij aan dat deze constatering al eerder is gemaakt, maar zij weet het zo kernachtig te formuleren dat wij het haar tot het einde der dagen in haar woorden zullen nazeggen. Chapeau.
Want waar hebben ogen voor? Om te kijken.
Maar wáár we naar kijken dat is aan ieder om zelf te bepalen.
En die keuzes kunnen we in een bepaalde richting cultiveren.
We kunnen focussen op zaken die ons die beleving van schoonheid bij een eerdere gelegenheid hebben opgeleverd. En wanneer we dat langere tijd doen kan het gebeuren dat we daarbij een groeiende gevoeligheid ontwikkelen. Dat we details ontdekken die we eerder niet zagen die op zichzelf ook een zekere vorm van schoonheidsgewaarwording opleveren. Of alleen al de belofte van schoonheid.
Zoals je die kunt ontdekken in de ontwikkeling van jouw kind.
Wanneer je dit hebt ontdekt wordt je door steeds meer schoonheid omringt.
Hoe zei die andere filosoof het ook al weer? “Je begrijpt het pas als je het ziet”, of was het “Je ziet het pas als je het begrijpt.”
Het is allebei waar.
Waarom nu dit verhaal? Omdat het ervaren van schoonheid een van de velen gewaarwordingen is die een geluksgevoel opleveren en je dus je met het ontwikkelen van aandacht en herkenning van schoonheid een van de wegen naar geluk hebt gevonden.
Namelijk een weg naar bronnen van geluk die buiten ons zelf liggen.
Maar laten we terug gaan naar onze oorspronkelijke omschrijving van geluk als een verhoogde staat van tevredenheid, dan hebben we over ‘ergens vrede mee hebben’, een gevoel dat iets goed is zo.
En als dat vaak genoeg hebben kan dat leiden tot de constatering dat je eigenlijk wel behoorlijk blij bent dat je bestaat, en dat al die ontmoetingen die daar voor nodig zijn geweest sinds de tijd dat we net geen primaten meer waren hebben plaats gevonden en vrucht hebben gedragen.
Wat een overrompelende gedachte is, als je dit voor de eerste keer beseft.
In het poesiealbum van mijn zuster, die nog ouder is dan ik stond een rijmpje dat begon met de regels “Ik wens je een ventje/ met een mooi traktementje.”
Zo werd gedacht over het geluk van de vrouw in die dagen. Maar dat het geluk met een grote G van je leven van een ander moet komen leeft nog steeds bij velen, al zal niemand daar nog hardop dat traktementje bij noemen.
Een vermelding van geluk waar men in de Verenigde Staten nog steeds bijzonder trots op is, is de vermelding in de onafhankelijkheidsverklaring.
Hierin wordt verklaard dat de mens door diens schepper is toegerust met bepaalde onvervreemdbare rechten waaronder Leven, Vrijheid en het Najagen van Geluk. (the Pursuit of Happiness).
Pursuit kan veel betekenen van werken aan tot achtervolgen. Maar de keuze van juist die term pursuit suggereert dat geluk iets is dat buiten je zelf ligt en je moet zien te veroveren. En een verwijzing naar de factoren binnen je zelf , zoals het je openstellen voor en je gevoeligheid verhogen voor geluk geen rol lijken te spelen.
Want we kunnen Hungerford parafraseren Happiness is in the mind of the observer.
Geluk woont in de ziel van degene die het ervaart, of sterker nog: Geluk ontstaat in de ziel die zich er voor openstelt.
Het sleutelbegrip: aandacht
Aandacht is het begin van verbinding. Aandacht kan ontstaan doordat je aandacht getrokken wordt door iets of iemand, maar je kunt met die impuls wel of niet iets doen.
Als je uitgerust bent met een onstilbare nieuwsgierigheid ben je een bofkont want dan kan je enorm veel dingen ontdekken waar je vrolijk tot gelukkig van wordt.
Wordt je nieuwsgierigheid echter belemmert door een utiliteitsbeginsel (ik ben niet geïnteresseerd in oninteressante dingen) dan ga je niet alleen praktisch, maar ook logisch in de fout. Want er bestaan geen dingen die interessant of oninteressant zijn, maar alleen maar dingen die interessant of oninteressant gevonden worden door iemand.
En die iemand zou dus eerst aandacht moeten schenken om uit te vinden of iets misschien toch niet helemaal oninteressant is als je er beter naar keek of er meer over wist of luisterde naar iemand die het wel interessant vindt.
Hoe komt het dat je zo vaak mensen hoort zeggen ‘dat boeit me niet’?
Waarom je eindexamens gevierd ziet worden met een boekentas aan de vlaggenstok. Hoera, nou hoef ik nooit meer een boek te lezen.
Een van de oorzaken zal zijn dat wij als kind minder vaak onderzoekend kijken.
In de tijd dat kinderen nog op straat speelden ontdekte je de mogelijkheden van de straat met het instinct dat je als nakomeling van jagers-verzamelaar had de mogelijkheden en gevaren van de bestrating.
Een lager liggende tegel kon je gebruiken als knikkerputje, de putten langs het trottoir leverde een gevaar op voor je tol.
Op het platteland waren het andere dingen.
Door die verkennende manier van kijken en de beperkte hoeveelheid middelen groeide je improvisatievermogen en kon je met een stok meer doen dan slaan, maar ook graven en en passant ontdek je dan ook het principe van de hefboom.
Wat het grote voordeel van het begin van de vorige eeuw was, was de afwezigheid van visuele media. Die je alles al in een reproductie lieten zien waardoor je dingen nooit in hun overweldigende veelheid van zintuiglijkheid voor het eerst kon ervaren.
Probeer je maar eens de indrukken voor te stellen die je ondergaan zou hebben als je voor het eerst in een bos kwam zonder daar ooit document) toen ik zeven jaar was.
Die geur, de gladheid van dennennaalden, de dikte van de boom waar je armen te kort voor waren, de enorme hoeveelheid varens met die mysterieuze bruine doosjes op de onderkant van de bladeren, de denappels die mee naar huis gingen om als het winter werd de kachel mee aan te maken.
Daar kan toch geen BBC documentaire tegenop?|
Ik denk dat daar mijn liefde voor de natuur is ontstaan.
Voor de beeldschermkinderen van nu is het voorgoed onmogelijk om die betovering van de eerste ontmoeting met de wereld te ervaren.
De producten van de entertainment industrie (vaak gepresenteerd als informatie) vernietigen onze kans op ontdekken, geboeid raken en verbonden te raken met de onbewerkte en niet-geëxploiteerde werkelijkheid van de natuur, wat een enorm verlies voor ons welzijn is.
Ik zelf beschouw dit als een van de vele vormen van de vervreemding.
Vervreemding als de tegenpool van verbinding.
De vervreemding die in het als welvarend beschouwde deel van de wereld een ziekte is waarvan we de symptomen maar zelden voelen om dat we de vergelijking met de verbonden manier van leven niet goed kunnen maken.
Maar, als we ons dat op een helder moment wel bewust worden, kunnen we ons afvragen of we hier iets aan kunnen doen?
Op grote schaal stuit je dan op praktische bezwaren (en vaak ook wetten die in de weg staan) . Want je zou eerst een eind aan het kapitalisme moeten maken, en aan de industrialisatie, de globalisering en nog wat van die dingen.
Maar in je persoonlijke leven ligt dat anders.
Ho, wacht even is dat geen escapisme, dagdromerij, vage praat et cetera?
Nee, je kunt best actief zijn tegen uitwassen van onze consumptiecultuur, discriminatie en ander onheil, maar daarbij zorgen dat je dat doet vanuit een state of mind die minder bevattelijk is voor wanhoop en dan is het aantrekkelijk om na te gaan wat wegen zijn om jouw vervreemding te verminderen door je kans op momenten van verbinding te vergroten.
Hoe help je het geluk?
Als mijn stelling “Geluk woont in de ziel van degene die het ervaart, of sterker nog: Geluk ontstaat in de ziel die zich er voor openstelt” waar is, dan zullen de wegen naar geluk ook per persoon heel verschillend kunnen zijn.
Maar er lijkt wel iets te zeggen over de stappen waarin aandacht zich kan ontwikkelen tot een verbinding die geluk oplevert.
Wanneer het gaat om aandacht voor een levensvorm dan is een mogelijke vorm van escalatie:
aandacht > interesse > betrokkenheid > empathie > verbinding > verbondenheid > geluk
Als het gaat om aandacht voor een zaak kan het langs deze weg verlopen:
aandacht > interesse > nieuwsgierigheid > onderzoek > begrip > voldoening > geluk
En wanneer we dan die verbinding en verbondenheid ervaren dan is het niet te vermijden dat we een vorm van liefde hebben ontdekt waarvan moeilijk is vast te stellen of het nu liefde is die wij geven of ontvangen of dat dit misschien bij dit soort liefde hetzelfde is.
Dat is een vraag waarop ik graag reacties zou willen krijgen.
Hoewel de beschreven en mogelijke andere routes door iedereen zelf gezocht moeten worden is er wel iets bekend over patronen die bij veel mensen helpen.
Een daarvan is het volgen van rituelen.
Ik had de illusie dat zelf uitgevonden te hebben toen ik met mijn gezin de vakantie doorbracht in zo’n bungalow park waar wel een open haard was maar geen afwasmachine.
Toen ik me realiseerde dat ik eigenlijk met een reinigingsritueel was in plaats van een corvee werd het ineens zinvolle prettige bezigheid die ik voor de mensen waarmee ik de maaltijd deelde uitvoerde en ervoer ik en passant dat dat warme water best prettig aan mijn handen was.
Bestaande rituelen zeiden mij niets maar persoonlijke rituelen waren zinvol en maken nu een vast onderdeel van mijn innerlijke gereedschapskist uit, bijvoorbeeld op de twee dagen per week dat ik het ik voordeeg maak en bij het bakken van die broden op de twee dagen daarna.
Maar tijdens het schrijven van dit essay stuitte ik op een artikel op de Amerikaanse website Vox, getiteld: Why we need rituals, not routines; How rituals can help you approach basic tasks more mindfully. door Terry Nguyen’.
How rituals encourage mindful living – Vox
Zelf wist ik 19 jaar werkzaam te zijn in een bureaucratie zonder depressief te worden door me te focussen op de behoeften van de mensen die met mijn product (applicaties) moesten werken en dat dat product daarom perfect moest zijn en lukte het mij vrijwel altijd om buiten de managementlagen boven mij om in samenspraak met de gebruikers vast te stellen wat zij er graag in wilden hebben.
Het is jammer dat dit voor veel ambtenaren niet mogelijk is omdat ze voor gebruikers buiten de organisatie werken. Want er zijn echt genoeg ambtenaren die zich zelf zien als civil servant.
Een andere ‘techniek’ die voor mij werkt is om niet alleen de schepsels maar ook de dingen waarmee ik contact heb te voorzien van een denkbeeldige ziel.
Niet dat zij daar iets van merken, maar het zet mij automatisch in een houding van op zijn minst respect, en het maakt die contacten daardoor ook meteen interessant en waardevol.
Ook het ogenschijnlijk meest stomme ding in je huis is gemaakt door een mens, of door tussenkomst van een mens, of ontstaan door de natuur, met alle verhalen die daar aan vast zitten.
Refrein
Een groot deel van ons bewustzijn begint met waarneming.|
Waarneming die kan leiden tot aandacht.
Aandacht die kan leiden tot betrokkenheid.|
Betrokkenheid die kan leiden tot empathie.
Empathie die kan leiden tot liefde.
En liefde is misschien wel een ander woord voor geluk.
En als dat zo is dan kan er dus niet zoiets bestaan als een ongelukkige liefde.
Het idee van een ongelukkige liefde bestaat alleen maar als je liefde voor iets of iemand ziet als iets dat beantwoord dient zijn door een gelijke liefde voor jou.
In zo’n geval is er eerder sprake van een onvervuld verlangen, of zoals Stefan Zweig zo mooi zegt, Ungeduld des Herzens.
In ons door consumptiedrang vervulde tijdperk wordt liefde in de eerste plaats geassocieerd met wederzijdse liefde, maar er zijn tal van vormen waarin wij liefde beleven die niet beantwoord wordt. In rouw bijvoorbeeld, in liefde voor een dier, voor het landschap, voor een romanfiguur.
Geluk is (net zoals dat andere product van de geest, informatie) iets dat meer wordt door het te delen en bevrijd is van alle materialistische behoudwetten.
Roland Holst dichtte het al voor het monument op de Dam.
Nimmer, van Erts tot Arend, was enig schepsel vrij onder de zon, noch de zon zelve, noch de gesternten. Maar Geest brak Wet en stelde op de geslagen bres de Mens.
woensdag 14 september, 2022 om 4:20 |
Het gaf een geluksgevoel om dit met aandacht te lezen. Dank je wel. Ik heb het geluk dan ook verder gereikt…
woensdag 14 september, 2022 om 5:45 |
Dank je Velma, daarmaak je me blij mee.