Gelukkig in Holset XIV: Het mannelijk tekort?

De reden dat er een vraagteken achter ‘Het mannelijk tekort’ staat is dat ik er niet tevreden over ben.
Waarom ik hem dan gebruik?
Dat zit zo.
In 1933 verscheen een boek van André Malraux getiteld ‘La condition humaine’ wat bekroond werd met de prestigieuze Prix Goncourt.
Het werd in meerdere talen vertaald, in Nederland door niemand minder dan E. du Perron, onder de titel ‘Het menselijk tekort’.
Dat is nogal een vrije vertaling vind ik. Maar omdat du Perron bevriend was met Malraux, zoals blijkt uit du Perron’s roman ‘Het land van herkomst’ waarin Malraux als Héverlé voorkomt, zal die vertaling wel de zegen van de auteur hebben gehad. Maar zou een onbeschreven Nederlandse lezer in de boekhandel door deze titel op de zelfde manier geprikkeld zijn als wanneer er had gestaan had ‘Het menselijk bestaan’?

Maar terug naar mijn titel. Als ik een Fransman was geweest zou ik eerder gekozen hebben voor ‘La condition masculine’ dan voor Le déficit masculin? omdat condition behalve gesteldheid ook gerelateerd is aan conditionering en de conditionering van mensen tot ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ personen het onderwerp is waarover het in dit opstel zal gaan.
Directe aanleiding was een recente artikel in De Correspondent, getiteld “Wat we van jagers en verzamelaars over mannelijkheid en vrouwelijkheid kunnen leren”.
Wat ik van dit artikel opstak dat volgens een boek van Charles Eisenstein (The Ascent of Humanity) mannen- en vrouwenrollen pas ontstaan lijken te zijn toen de landbouw werd uitgevonden. En dat zou een bewijs zijn dat er al eerder een vorm van samenleven heeft bestaan waarin dit functioneerde.
Minder verhelderend vond ik in dat artikel de beschouwingen over de zich uitbreidende reeks LHBT waarin gender en seksuele voorkeur op voor mij niet duidelijke manier als gezamenlijke categorie besproken worden.
Met die genderkwalificatie heb ik al langer moeite omdat er te veel elkaar tegengestelde ideologische opvattingen aan gekoppeld worden.
Het begrip gender komt op mij over als gebaseerd op een gevoel van individuele mensen over of visie op zich zelf dat beïnvloed wordt door:

a) hun geslacht in biologische zin,
b) de begrippen die de in hun omgeving dominante cultuur aan dat gegeven koppelt en
c) hoe hun persoonlijke gevoelens en opvattingen zich tot a) en b) verhouden.

En dat laatste is in mijn visie iets wat veel te maken heeft met het voor mij al even mistige begrip identiteit.
Bijgevolg zijn mannelijkheid en vrouwelijkheid dan ook lege begrippen en spelen ze dan ook geen enkele rol in mijn beleving, mijn gedrag en mijn keuzes.

Ja, ik draag herenkleding en als ik in het midden oosten zou wonen zou ik dragen wat daar als zodanig door mannen gedragen wordt, ook al omdat ik kleding beschouw als een functionele bescherming tegen klimaat en blikken en niet als uitdrukking van mijn aard of status.

Rolgedrag is lijkt me één van de verschijningsvormen van het verschil tussen naam en inhoud die in onze cultuur leidt tot een vorm van kennis die de beleving van de inhoud ernstig kan belemmeren. Die vorm van kennis beschouwen we als objectief, maar schept de de afstand tot- en de vervreemding van de wereld waarin we bestaan.
In het hiervoor genoemde boek wordt dit benoemd als een manier van denken en voelen die we lang geleden hebben aangenomen waardoor we ons zijn beschouwen als iets wat los stond van de natuur.

Oké, maar wat het heeft dit nu van doen met het mannelijk tekort en dat vraagteken er achter?
Gaat dat omdat ontbrekende pootje aan het Y chromosoom dat  mannen als hekkensluiter hebben?

Inderdaad leidt dat er toe dat mannen nooit een kind zullen dragen baren of zogen.
En daar kan je op verschillende manier op reageren, je zou dit onvermogen als een tekort kunnen ervaren.
Waarop je koel kunt reageren door te zeggen nou mannen en vrouwen kunnen allebei niet vliegen maar dat is toch ook niet een tekort? Maar dat gaat voorbij  aan het feit dat het dragen van een kind een vorm van intimiteit is die mannen op die manier nooit kunnen beleven en waar ze zich alleen maar een voorstelling van kunnen proberen te maken.
En zoiets kan leiden tot jaloezie.
En er schuilt wel iets waars in de Duitse verzuchting: Eifersucht is eine Leidenschaft die mit Eifer sucht was Leiden schaft.

Jaloezie draagt niet bij tot iets van waarde lijkt het.
Wat dan wel?

Intimiteit is de beleving van een bepaalde omstandigheid en je kunt zeggen dat de intensiteit van die beleving bepaald wordt door de aard van de omstandigheid maar ook door het vermogen om te beleven.
Intimiteit is ook een  vorm van betrokkenheid. En die betrokkenheid is een wederzijdse vorm van betrokkenheid.
Het zorg instinct is de basis van de mogelijkheid tot betrokkenheid, en de kunst om ons leven waardevol te maken ligt in het ontwikkelen van die kiem van menselijkheid die we in ons dragen.
Ik zie geen enkele reden te  veronderstellen dat mannen door de natuur daartoe minder begiftigd zijn dan vrouwen, maar  wel dat begrippen als zoiets als het bestaan van mannelijkheid niet hebben bijgedragen tot het aanmoedigen van ons vermogen tot zorg en betrokkenheid. Laatste ook wel bekend onder de naam liefde.
Ons zorginstinct zal dus tot expressie gebracht moeten worden en ontwikkeld moeten worden.
Wat daarbij helpt is dat zorg twee kanten op helpt; zowel de zorgontvanger als de zorgverlener worden er gelukkiger van.

Waarom dat zo werkt? Daar heb ik een theorie over.
Die houdt in dat de evolutie, of zo u wil de schepping een proces is wat nog steeds gaande is, en dat de fase van de menswording daarin vanaf de oerknal gerekend en zeer recente ontwikkeling is, maar dat de menswording zelf zich nog maar in het prille beginstadium bevindt.
Ik heb daar geen bewijs voor, dat wil zeggen dat we er nog maar heel kort zijn blijkt uit de kosmische kalender maar dat de mens nog niet af is iets waar verschillend over gedacht wordt.
Er zijn een paar overwegingen en gevoelens die mij doen denken dat er wel sprake is van een evolutie mogelijk is naar een sociale mensheid.

Ten eerste de ontwikkeling die zich in elk afzonderlijk mensenleven voordoet. Dat is niet alleen maar een biologische ontwikkeling maar ook een proces van groeiende kennis ervaring inzicht en soms ook wijsheid. Er kan ook een ontwikkeling van een ethisch bewustzijn plaatsvinden en als dat gebeurt dan hebben sociale contacten dialoog en studie daar meestal bij geholpen.
We zien ook dat in de loop van de geschiedenis er pogingen zijn tot een internationale rechtsorde. En er sprake is van universele mensenrechten. Dus het begrip is er.

Wat ook een rol speelt is dat het hebben van hoop een virtuele belofte aan jou en ons geeft, die de moed en de wil geeft om door te gaan.
Hierbij worden we geholpen door het onstoffelijke deel van ons bestaan dat in verschillende vormen in ons leven meespeelt en vaak ons handelen richting geeft.
Je kan het bewustzijn, karakter, geweten, geest, ziel of wat dan ook noemen, maar het is een patroon wat per persoon verschilt maar bij veel mensen in de loop van hun leven kan veranderen.

Waar we elkaar iets geven en dat kan van alles zijn aandacht, troost, een compliment, een aai, een ding, een bericht of een gedicht, een glimlach, een raad, een oplossing, of gewoon iemand met rust laten als dat beter is, dragen we bij  aan een netwerk dat uiteindelijk een humane mensheid mogelijk kan maken.

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.