De meest waarschijnlijke reactie op deze vraag is een wedervraag “Hoezo, komt het dan voor dat mensen gevangen zitten zonder dat ze dat weten?”
Ja zeker, dat komt voor, en het meest voorkomende voorbeeld hiervan is rolgedrag. Want hoewel we rolgedrag wel herkennen, lukt dat voornamelijk als het over rolgedrag van anderen gaat.|
En we kunnen dan ook een groot deel van ons leven doorbrengen in de veronderstelling dat we volkomen vrij zijn van welke serieuze vorm van rolgedrag ook.
Ik kwam daar zelf achter toen een feministische vriendin tegen me zei dat op verkeersborden geen vrouwen voorkomen.
Mijn eerste reactie was dat dat wel erg ver ging. Maar toen ik daar langer over nadacht drong het tot me door dat het verontrustende was, dat het mij nooit opgevallen was, dat in logo’s en symbolen een mens steevast als een mannetjesmens werd voorgesteld terwijl ik toch dacht een verlicht mens te zijn met een scherp oog voor onvolkomenheden en absurditeiten.
Het was het begin van een bewustwordingsproces dat ik hoewel niemand ooit mij me ooit van macho gedrag zou beschuldigen en ik zelf daar ook nooit enige behoefte aan gevoeld had toch een soort mannelijke blindheid had vertoond.
Anders zou ik dit verkeersbord wel als een waarschuwingsbord voor kinderlokkers hebben ervaren, want in de tijd dat mijn bewustwording begon was het voornamelijk moeder die met de kinderen wandelde, en was vader op zijn werk.
Maar wat is rolgedrag, waar komt het vandaan, zijner soorten in, en is het erg?
Ik ben geen socioloog en was in de tijd dat ik dat ontdekte ook nog niet bezig met het ontwikkelen van een filosofische blik op de mens, maar leerde in die tijd wel dat rolgedrag een product is van de in jouw samenleving dominante cultuur.
Als je opgroeit in een cultuur en je bent geen geboren dwarsdenker is wat er om je heen het meeste voorkomt het normale gedrag en dat gedrag wordt je als je ouders hebt die ook geen dwarsdenker zijn dan ook aangeleerd.
Maar gelukkig zijn er af en toe wel dwarsdenkers die anderen weten wakker te schudden en heb je het geluk zo iemand tegen te komen of haar of zijn werk te lezen dan leer je stukje bij beetje ook zelf dwarser te denken.
Zo kan het gebeuren dat je ontdekt dat wij massaal verslaafd zijn.
Niet aan in de eerste plaats aan drugs maar aan dingen.
Is dat niet wat overdreven?
Nee, want als je een verslaving ziet als een permanente behoefte aan iets die als die bevredigd wordt toch blijft bestaan, en zo sterk is dat je er andere behoeften voor onderdrukt, dan is er duidelijk sprake van verslavingsgedrag.
Nu zijn er verschillende vormen van verslaving.
Een verslaving die je op een bepaald moment in je leven oploopt door nieuwsgierigheid, of door een oorzaak buiten jouw wil als het gebruik van medicijnen, maar het kan ook dat je verslaafd wordt opgevoed omdat iedereen verslaafd is en dat is het geval bij de verslaving die ons gedrag als consument in wezen is.
We zijn namelijk niet altijd consumenten geweest. De beginnende mens was zelfvoorzienend. En in stamverband kon door delen en ruilen en zekere taakverdeling en specialisatie ontstaan, waardoor de individu weliswaar niet, maar het zelfde individu als stamlid wel zelfvoorzienend was.
Later konden er zelfvoorzienende dorpen ontstaan en later kon het gebruik van geld als een intermediair ruilmiddel het verkeer van goederen gemakkelijker maken.
Ons consumptieniveau werd nog voornamelijk bepaald door primaire levensbehoeften:
Voedsel, schoon water, schone lucht en afhankelijk van klimaat kleding en onderdak.
Vuur en kennis van heelkunde verlengden ons leven aanzienlijk.
Wanneer zijn we dan consumenten geworden?
Met de opkomst van de mechanisatie, industrialiseren en de daarmee samenhangende opkomst van het kapitalisme grootschalige handel en kolonisatie.
De industriële productie van goederen vergt nu eenmaal grote investeringen en die moeten in de eerste plaats terugverdiend worden, maar daarna ook rendement blijven opleveren.
Stel je bent een rijke ondernemer en je bouwt een fabriek om kinderwagens te maken, want dat is een natuurlijke groeimarkt, denk je.
Dan ontwerp je een comfortabele licht lopende kinderwagen die loopt (excuus) als een trein.
Maar op een bepaalt moment heeft elk ouderpaar dat zich het kon veroorloven jouw kinderwagen.
En daar stoppen ze ook de volgende borelingen in. De markt raakt verzadigd.
Wat te doen. Export? Dat helpt een tijdje tot je zo ver moet uitvoeren dat het transport je winst op eet.
Briljant idee: Je ontwerpt een NIEUW MODEL !
Met luxe vering en een kap tegen de zon en de regen.
Dat werkt, en je besluit om de twee of drie jaar een nieuw model te lanceren.
Je stelt een lijst van verbeterings- of uitbreidingsopties, maar bent zo slim om die niet allemaal tegelijk te realiseren, er moet een stijgende lijn zijn in toenemende kwaliteit, zodat de klant vertrouwen in jouw merk krijgt.
Zeker voor dit product is dat een succesvol model. Immers als de ouders van het eerste kind niet zelf al voor het beste gaan, want dat wil je tenslotte voor jouw kindje, dan willen de grootouders als de middelen er voor ontbreken daar wel aan meehelpen in de meeste gevallen.
Hosanna! De fabriek is een blijvend winstgevend object geworden de economische groei blijft gaande en homo sapiens ook wel bekend als homo ludens is geëvalueerd tot homo consumens.
Verzin ik dit nu allemaal maar om dat ik niet zo van het kapitalisme houd?
Nee, ondernemers geven dit zelf toe met als excuus dat dit allemaal leidt tot groeiende welvaart en dus vooruitgang en succes in ‘het najagen van geluk’. Een van de drie onvervreemdbare rechten waarmee volgens de Onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten de mens door de Schepper zou zijn uitgerust. De andere twee waren het leven en vrijheid.
Maar ook de kritiek is niet nieuw. Vance Packard schreef in The Waste Makers (1960) al over de ingebouwde ‘geplande veroudering’ die in de producten is ingeprogrammeerd. En hij maakt daarbij onderscheid in fysieke slijtage, maar daarnaast ook een ‘verouderd raken in de geest van de consument, zelfs voor dat de componenten die worden gebruikt om het product te maken zullen falen’.
En de term homo consumens neem ik over van Erich Fromm die hem in 1965 muntte.
Om deze paternosterlift met een stijgende verbeterde versie aan de zichtbare passagiers kant en minder zichtbare afdankertjes aan de achterkant gaande te houden was legioen van propagandisten nodig die een arsenaal van middelen ontwikkelden om onze begeerte brandend te houden.
Sommigen waren daar heel openhartig over:
Zo schreef Edward Bernays in 1928 al in zijn boek Propaganda:
Massaproductie is alleen winstgevend als het ritme ervan kan worden gehandhaafd – dat wil zeggen als het zijn product in gestage of toenemende hoeveelheid kan blijven verkopen. Vandaag moet het aanbod actief proberen de overeenkomstige vraag te creëren … [en] het zich niet kan veroorloven om te wachten tot het publiek om zijn product vraagt; het moet voortdurend contact houden, door middel van reclame en propaganda … om zich te verzekeren van de voortdurende vraag die alleen haar kostbare fabriek winstgevend zal maken.
Dit citaat ontleen ik aan een heldere uiteenzetting van het MIT: A Brief History of Consumer Culture
En inmiddels wordt dat advies uitbundig opgevolgd.
Ook als je het geluid eventjes uitzet tijdens het reclameblok wordt je dagelijks overspoeld door reclame uitingen op straat en bij het uitpakken van je levensmiddelen. Boodschappen waar maar weinig controle op is. Omdat op den duur toch wel er opvallend werd dat de afbeelding op de verpakking weinig leek op wat je binnenin aantrof staat er tegenwoordig in kleine lettertjes bij ‘serveertip’ maar dan heeft het beeld al zijn werk al gedaan.
Consuminder
En geniet van je vrijheid
Willen we hier aan ontsnappen?
Vraag 1. Waarom zou je het niet willen?
Om dat je gehecht bent aan de spullen die je om je heen hebt verzameld?
Dat zal heel goed kunnen. Aan sommige dingen ben je gehecht omdat het een geschenk is en dat de persoon die het je schonk blijkbaar met heel veel aandacht juist dat ding gekozen heeft met de gedachte dat dat is nu net iets voor jou is.
Of omdat het een perfect ontworpen ding is wat je elke keer met plezier gebruikt.
Dat is puur geluk, koester het.
Vraag 2. Waarom zou je het wel willen?
Daar zijn een heel aantal redenen voor op te noemen:
- Door te consuminderen houd je een hoop geld over en daar kan je veel leuke dingen mee doen, zoals weggeven, of er iets nuttigs mee te doen. En wat jij nuttig vind kan je zelf bepalen, (geniet van je vrijheid).
- Je spaart het milieu, op termijn als andere mensen ook af te zien van serie-kopen, en direct al omdat je de afvalberg niet verder vergroot. Dat kopen zonder een noodzakelijktekort wordt je verkocht als funshoppen.
- Door minder te kopen wordt er op den duur ook minder geproduceerd en bestrijden we de gas&oliegarchen.
- Hoe minder spullen je hebt, hoe meer ruimte je om je heen hebt.
Ruimte die je kunt ervaren as such,
ruimte die je kan vullen met dromen of plannen,
ruimte die je kan benutten voor bezigheden waarvoor eerst geen ruimte was.
Ruimte ook die je kunt delen. - Je bent je aan het bevrijden. Jij bepaalt. Je bent immuun aan het worden voor aanbiedingen, verbeterde samentelling, 20% extra, tweede voor de halve prijs en spaarzegels voor luxe wijnglazen of pannen van ‘edelstaal’.
Hegel helpt met punt 5. een zijpad dat ik niet kan weerstaan :
In mijn jongere jaren, toen ik nog geen vegetariër was bezocht ik in de DDR een Bierkeller omdat ik wel eens Sauerkraut mit Eisbein wilde proeven. Ik was gekleed in een wit spijkerpak en had lang haar en waarschijnlijk een baard dus ik viel daar nogal op.
Wat ik niet verwacht had was, dat er na enige tijd een gast in het uniform van de VOPO (Volkspolizei) opstond naar mijn tafel toe liep en beleefd vroeg of ik goed vond als hij aan mijn tafel kwam zitten.
Dat vond ik goed en na een inleidende vraag waar ik vandaan kwam en ik vertelde dat dat uit Amsterdam was begon hij vragen te stellen over Provo en wat die mensen eigenlijk wilden.
Provo was destijds internationaal nieuws dat blijkbaar zelfs achter de muur ook doorsijpelde, en ik had al eerder gemerkt dat die Marxisten daar gebiologeerd waren door het feit dat er een ontwikkeling was die revolutionaire kenmerken had maar waar onbegrijpelijkerwijs geen ideologie aan ten grondslag lag.
Ik vond het wel pikant om met een Vopo in gesprek te zijn die blijkbaar niet verplicht aan het evangeliseren was maar iets wilde begrijpen. Dus toen ik in mijn uitleg van Provo een aantal keren het woord ‘vrijheid’ gebruikte vroeg hij wat mijn definitie van vrijheid was.
Zoals al vermeld was ik in die tijd nog niet filosofisch angehaucht dus ik moest ter plekke een definitie van vrijheid formuleren.
Ik weet niet meer precies wat ik toen gezegd heb, maar mijn tafelgenoot was er niet tevreden mee. Je kon in de definitie van een begrip niet zelfde begrip als term gebruiken.
Oef, mijn opponent was blijkbaar geschoold. Ik vroeg daar om maar wat dan zíjn definitie van vrijheid was.
Freiheit ist Insicht in die Notwendigkeit, zie hij prompt.
(Ik heb me die tekst een tijd lang verkeerd herinnerd als ‘Freiheit ist Erkentniss der Notwendigkeit’ en dat ook verkeerd geïnterpreteerd als de onontkoombaarheid van de revolutie).
Maar een dag na dat gesprek zag ik in de etalage van een boekhandel een boekje liggen met de titel Klein Marxistisches Wörterbuch. Ik dus die winkel en bladeren in dat boekje naar Freiheit en ja hoor, Insicht in die Notwendigkeit stond er achter met een * voor Notwendigkeit, wat betekende dat je Notwendigkeit ook kon vinden in het boekje. Dat laatste besloot voor de terugreis te bewaren en ik kocht het boekje.
Als ik nu een en ander opzoek begrijp ik dat Hegel het niet precies zo gezegd heeft, maar het wel bedoelde.
Hoe dan ook, ik kan het wel gebruiken in mijn betoog. Want als je je beperkt tot het noodzakelijke ontstaat er een ongekende ruimte in je omgeving en de mogelijkheid om die te gebruiken voor die dingen die jou of anderen kunnen bezielen. En dat lijkt mij een verrijkende vorm van vrijheid.
Van de nood een deugd maken is mooi
Van de nood een vreugd maken is nóg mooier
Hoe pak je zoiets nu aan?
Maak er een spel of liever nog een feestje van.
- Omdat de energietransitie wordt geholpen door de explosie van de brandstofprijzen, verdeel je je huis in verwarmde en onverwarmde zones.|
Afgezien van de milieuwinst (nou ja als je eerlijk bent, is het geen winst maar verminderde schade) spaart dit geld en beknot je de mogelijkheden van Poetin. Een verassend bijeffect: Als je uit de onverwarmde zone de verwarmde betreedt onderga je een weldadige omhelzing van 18 graden. |
Als de temperatuur buiten ’s avonds gaat dalen zet je de thermostaat op 16 en schakel je een oliegevulde radiator in. Dan spaar je nog meer. Zeker als je zonnepanelen hebt. Gordijnen dicht rolluiken naar beneden. En de radiator tussen twee gemakkelijke stoelen. Eventueel een dekentje over de knieën. Tijd voor een verhaal.
- Een reis door de kamer.
In je kamer staan spullen, als je er lang woont tamelijk veel spullen. Spullen die je gekocht hebt, spullen die je gekregen hebt, spullen die jen geërfd hebt, spullen die iemand vergeten is, spullen die je zolang geleden van iemand geleend hebt, dat je ze niet meer terug durft te brengen. Kortom veel van die dingen hebben een verhaal. Sterker nog alle dingen hebben een verhaal, ze zijn ooit uitgevonden, ergens gemaakt, hebben misschien wel een lange reis gemaakt om in jouw kamer in de verwarmde zone terecht te komen. Een deel van dat verhaal ken je niet, maar je eventuele medebewoner weet er misschien meer van. Als dat niet zo is zit er niets anders op dan het ontbrekende verhaal te verzinner.Voor je het zelf in de gaten hebt begin je te veranderen in een verhalenverteller.
En verhalen zijn de milieuvriendelijkste manieren om een ruimte mee te verrijken.
- Een reis door je kasten en laden, Een spel dat over verandering gaat, voor 1 of 2 personen.
Begin maar met een la, dat is eenvoudiger.
Wat je daar allemaal tegen kunt komen zal meestal een mix zijn van gebruiksartikelen, dingen van emotionele waarde zoals brieven en foto’s, en bewijsmateriaal zoals bonnetjes garantiebewijzen en dergelijke die eigenlijk beter in een map zouden horen te wonen.Waar we ons op richten zijn de gebruiksartikelen.
Pak ze en voor een er uit en ga na wanneer je dit ding of deze dingen voor het latst gebruikt hebt. Als dat lang geleden is, bedenk je hoe groot de kans is dat je dit nog wel eens zal gáán gebruiken.|
Als de uitkomst van deze tweestappentest is dat je dit artikel eigenlijk niet nodig hebt is de conclusie dat er geen enkel nut of noodzaak is dat je het toch hebt.|
De volgende stap zou dan logischerwijs kunnen (of misschien wel moeten zijn) dat je dit artikel uit je bezit kan verwijderen.
Je zou dus een verhuisdoos kunnen neerzetten die je bevordert tot hebikeigenlijknietnodig doos.
Aangemoedigd door de ontdekkingen die je in deze laden doet, zal zich een gevoel van bevrijding ontwikkelen, maar tegelijk ontstaat er een nieuw probleem: Wat moet je met die spullen? Bij het grof vuil? In de bak voor het restafval. Weggeven? Naar de kringloopwinkel?Recyclen?
Het hangt van het artikel af? Kan het echt nuttig zijn voor iemand, dan geef je het weg natuurlijk. Maar wat doe je met een oude leesbril bijvoorbeeld? Is daar een inzamelpunt voor?Ik weet het antwoord daar ook vaak nog niet op. - Maak zelf iets wat je tot nu toe altijd gekocht hebt.
Maakt niet uit wat het kan een maaltijd zijn waarvoor je eerst een pakket ingrediënten kocht, ben je goedkoper uit en kan je ook het recept aan jouw voorkeur of portiegrootte aanpassen.Bak een brood. Nee niet met een broodbakmachine en ook niet met een mix. Gewoon met volkorenmeel water en gist. Vergeet al die pitten en zaden en zeker meelverbeteraars gemaakt van gemalen kippenveren. Recepten te over op het internet. Het zal de eerste keer misschien niet helemaal zijn zo als je gehoopt had, maar de geur en de voldoening zal je je verlijden dit vaker te doen en voor je het weet, eet je niets anders. - Gebruik je warmte.Als je het geluk hebt dat je je leven, tafel en bed deelt met een geliefde kan je over wegen om op koude dagen eerder naar bed te gaan dan je lief.
Maar in plaats van op je eigen helft onder dekens te kruipen doe je dat op de andere helft. Je rolt je op in het dek alsof je een zijderups bent en als je warm bent spreid je het dek uit over de hele helft (van je wedehelft).Wat je doet is dat je de ruimte vult met warmte. Je de ruimte vult met jouw warmte. Dat is te gek, want het gebeurt zonder enig inspanning !
Wu wei noemden ze dat geloof ik in China, doen door niet te doen.Deze ontdekking van een nieuwe manier om de warmte van je relatie te onderhouden brengt je op inzichten over de relatie tussen geluk en delen.|
Dat het najagen van geluk niet de handigste manier is om gelukkiger te worden. Dat geluk niet veroverd moet worden maar ontdekt, dat het net zo iets is als schoonheid, waarvan gezegd wordt dat die woont in het oog van de waarnemer.
Ik zou zeggen doen, als het een knorrige oude man lukt, lukt het jouw zeker.