Biscuit deeg bodem met peren limoen kardemom topping
Het gebeurt vrijwel nooit, maar hier ben ik zelf helemaal tevreden over.
De bodem
De bodem bak ik in een Kaiser taartbodem bakvorm die ik bij deleukstetaartenshop.nl heb gekocht. Die werkt perfect en lost zonder een korreltje achter te houden. Misschien ook wel omdat ik hem invet met de bakspray van Zeelandia.
Om een dunne bodem te krijgen heb ik een recept uit het boek Vlaai en ander Limburgs gebak van Wil en Netty Engels Geurts aangepast en ik gebruik nu de volgende ingrediënten:
2 XL eieren
90 gram suiker
84 gram bloem
32 gram maïzena
het merg van een vanillestokje (of 8 gram vanillesuiker en dan i.p.v. 90, 82 gram suiker)
een snufje zout
De oven verwarm je voor op 170 graden.
De eieren worden met de suiker in 10 minuten wit en dik geklopt met een keukenmachine op de hoogste snelheid in een voorverwarmde kom of met een handmixer in een losse kom die in een grotere kom met warm water van een graad of 60 zet.
Dan zeef je de helft van bloem en maïzena er over en spatelt dit er door en vervolgens wordt de andere helft er door heen geroerd zodat je een glad beslag overhoudt.
Dit gaat in de ingevette vorm, die je in het midden van de oven 20 minuten bakt.
Als je oven zoals die van mij niet gelijkmatig verhit, kan je na tien minuten de bakvorm een halve slag ronddraaien zodat hij er overal even bruin uit komt.
Je keert de vorm om op een rooster. Ik gebruik daar een spatscherm voor.
En je laat de taartbodem afkoelen.
Nu de topping.
500 gram rijpe en gedeeltelijk bijna rijpe peren (geschild gewicht)
250 gram geleersuiker 1:2 of 167 gram geleersuiker 1:3
de geraspte schil van een niet te kleine limoen of van 2 kleine limoenen en het sap er van.
1/2 of 3/4 theelepel gemalen kardemom.
De geschilde peren snijd je in stukjes van ruim een centimeter.
Je voegt de schil en het sap van de limoen(en) toe en zet deze op met een eetlepel water.
Je roert dit op een laag vuur tot de suiker opgelost is en haalt de pan dan van het vuur en laat de smaken tenminste 2 uur of zoveel langer als je tijd en/of geduld hebt intrekken.
Vervolgens kook je het mengsel in volgens het recept van de geleersuiker. Dat zal 3 of 4 minuten zijn.
Op de Duitse Gelierzucker die ik gebruikt staat dat het ‘sprudelnd’ moet koken, wat bruisend betekent, maar ik moet onwillekeurig aan dijenkletsende Tirolers in Lederhosen denken. Gewoon niet op letten.
Je stampt nu met een pureestamper een deel van de perenbrokjes tot moes. Ik bedoel het type met gaatjes niet zo’n geslingerde. Er moeten echter wel stukjes peer over blijven, voor een prettige beet. En daarom mogen er ook voor een klein deel niet zo rijpe peren gebruikt worden. De geleerde massa houdt het wel bij elkaar.
Hierna roer je de kardemom er door. Een halve theelepel mag ook als je niet zo’n kardemom liefhebber bent als ik, en je kan natuurlijk ook met een halve theelepel beginnen en dan proeven.
Moet het wel al afgekoeld zijn.
Als de topping afgekoeld is kan je de taartbodem er mee vullen. De topping is zo stevig dat je als je wat meer gemaakt hebt in het midden wat royaler kunt zijn en het mooi aflopend af kunt strijken.
Op het proeven en het uitdelen na is dit het leukste onderdeel van de operatie.
Maar als je vervolgens een foto van de complete taart wilt maken moet je wel snel zijn:
Nog iets over die kardemom.
Als je het in poedervorm koopt zijn het waarschijnlijk gemalen peulen. Wat ik doe, is de peulen openmaken en de pitten fijnmalen. Wat je dan hebt is vele malen aromatischer.
Vooral als je die bruine, enigszins kleverige peulen gebruikt.