Krimpgemeenten en krimpvoorzieningen

Krimpgemeenten en krimpvoorzieningen hebben die iets met elkaar te maken?

De belangrijkste oorzaak van bevolkingskrimp is niet dat mensen minder lang blijven leven, maar dat de gezinnen kleiner worden dat er later aan kinderen wordt begonnen en dat mensen en vooral jonge mensen gemeenten verlaten als daar minder werkgelegenheid, onderwijs en andere`perspectief biedende voorzieningen zijn.

Ik woon in zo’n gebied. En nu is het toevallig zo, dat de gemeente waar mijn geliefde dorp toe behoort zich op een stijgend aantal inwoners mag beroemen.
Ik zou natuurlijk graag beweren dat door mijn vrouw en mij komt, want nadat wij hier zo’n zes jaar gelden neerstreken, zijn een zuster, twee zoons en twee kleinkinderen ons nagereisd.

Nee, de oorzaak is eerder te zoeken in het gereedkomen van een imposante studentenflat, van een Duitse Universiteit op een steenworp hier vandaan.
Die maateenheid Steenworp, heet in het Duits Katzensprung en zo heet de flat dan ook.
Er komt nog zo een, en daarvoor is al een wachtlijst van 600 personen.
Iedereen blij dus, op één raadslid na, die bij elke raadszitting wel iets te mopperen over die vreemdelingen, maar die maakt dan ook geen deel uit van de coalitie die dit tot stand heeft gebracht.

Maar omdat op grotere schaal en op langere termijn de bevolking in deze streek afneemt wordt de dienstverlening hier ook steeds schameler.
En hoe slechter die voorzieningen worden, hoe eerder de jeugd hier zal denken: “Wegwezen!”
We belanden dus in een spiraal.

Dooming bisnez i.p.v. blooming bisnez
Want business heeft er alles mee te maken.
In mijn jeugd had je in grote steden een

  • Gemeentelijk vervoerbedrijf
  • Gemeentelijk energiebedrijf
  • Gemeentelijke waterleiding
  • Stadsreiniging
  • Gemeentelijke gezondheidszorg
  • Gemeentelijke weeshuizen
  • Gemeentelijke bejaardenhuizen
  • Gemeentelijke leenbank
  • Gemeentelijke onderwijsinstellingen van basisschool tot Universiteit
  • In Amsterdam zelfs een Gemeentegiro

Als ik het goed heb is daar alleen de Universiteit nog van over.

In plaatsen waar wegens de schaalgrootte dergelijke voorziening niet mogelijk waren had je provinciale equivalenten en op de grootste schaal had je de PTT de Nederlandse Spoorwegen en de Rijkspostspaarbank.

Dat werkte allemaal prima, totdat er in de tachtiger jaren een versie van het liberalisme het marktmechanisme als het zaligmakende recept voorschreef als basis van de economische en sociale maatschappelijke ordening.
Een medicijn dat helaas van links tot rechts geslikt werd.
Begrippen als verzorgingsstaat werden door de ferme jongens , stoere knapen retoriek van de neoliberalen afgeschilderd als een systeem waarmee je losers pamperde en alleen maar nieuwe losers kweekte.
Omdat niet alleen de sociaaldemocraten hun ideologische veren afschudden maar ook de christendemocraten naar een kleurloos midden afdreven, kon dit proces ongehinderd doorgaan, met als resultaat dat nu vrijwel alle nutsvoorzieningen in handen zijn van commerciële instellingen. Waarvan sommigen zelfs deel uitmaken van multinationals.

Het resultaat kennen we: minder waar voor meer geld.
Het is onbegrijpelijk dat deze flagrante aantasting van de taak van een overheid; zijn ingezetenen te beschermen en te dienen, nog steeds massaal geaccepteerd wordt, en dat de mythologie  van de marktwerking als het ware geloof omarmd wordt.
Oké, dat verhaal van de concurrentie klopt in zoverre dat de grote kapitaalkrachtige partijen eerst de kleintjes kapot concurreren, maar zodra ze met zijn tweeën of z’n drieën over zijn sluiten ze een herenakkoord en verpakken dit zo handig dat het jaren kan duren voor dat de kartelvorming ontdekt wordt. En dan wordt na enig juridisch gespartel de boete betaald en worden er mensen ingehuurd om een slimmere constructie te bedenken.

Nu kunnen we tot op zekere hoogte ons zelf er niet van vrijpleiten dat we dit hebben laten gebeuren, want dit is allemaal gebeurd met instemming van de mensen die wij gekozen hebben.
Maar dat gaat maar ten dele op, want er is langzamerhand geen grote partij meer waar de kleine man, de arme immigrant , de laag opgeleide (U weet wel wat we vroeger aanduidden als de arbeidersklasse of met enige trots het proletariaat) van nature zijn heil zocht. En die we nu misprijzend zien als aanhangers van populisme.
Niet dat dat populisme te prijzen valt, want dat is alleen maar een ‘ideologie’ die vijanden aanwijst, maar hun aanhang verdient  wel enig begrip.

Goed, daar zitten we dan.
Hoe komen we hier uit?
Toch maar weer op die beginselpartij stemmen, maar dat niet alleen.
Lid worden en de discussie oprakelen, hoe we de publieke voorzieningen terug veroveren.
Kan dat?
Ja natuurlijk kan dat. Als we maar met genoeg mensen zijn en op het juiste niveau beginnen.
En dat is op het basis  niveau. Door daar coalities te smeden. Vrijwilligers te politiseren en middelen te geven. Kleine stukjes van de leefomgeving terug te winnen, zodat de achterban groeit. Door te luisteren naar het actieve deel van de nieuwe generatie.

Dan zullen we draadje voor draadje het tapijt van de samenleving herstellen, met de basisvoorzieningen als schering en de veelkleurige talenten van ons burgers als inslag.

 

 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.