Iemand die op zoek is naar zijn identiteit, doet me altijd denken aan iemand die zijn bril loopt te zoeken zonder in de gaten te hebben dat hij die bril op heeft.
In beide gevallen valt dat gene waar naar gezocht wordt samen met datgene waar mee gezocht wordt.
Van die twee zoekenden heeft de bril-zoeker de beste vooruitzichten, omdat deze datgene wat hij zoekt kent, en het daardoor ook direct zal herkennen als het zijne wanneer hij het ziet. (Bijvoorbeeld in een spiegel, waar hij toevallig langs komt).
Voor de persoon die op zoek is naar zijn identiteit, zijn de vooruitzichten wat somberder, omdat hij het gezochte niet kent en ook niet kan herkennen, omdat hij een verkeerd beeld heeft van wat het begrip ‘identiteit ‘eigenlijk inhoudt. Anders zou hij er namelijk niet naar zoeken.
Degene die zoekt is namelijk datgene wat hij zoekt.
Hij is zogezegd identiek aan zijn identiteit. Maar hij snapt dat niet, want hij is op zoek naar een attribuut dat hij aan zich zelf kan toevoegen.
En daarin is hij niet de enige.
Mensen zijn massaal bezig zich te omringen en te behangen met attributen. Dat kan in materiële zin door bezittingen te vergaren, zich zelf te piercen of te tatoeëren, hun haar of hun gezicht te verven, verre landen plat te lopen of een opvallend huisdier aan te schaffen. Maar het kan ook in ideologische zin door te zoeken naar een ‘spiritueel’ etiket of zich te verschansen in een etnisch of nationalistisch sjabloon.
Ik weet niet of die mensen er blij mee zouden zijn als ik ze dat zou zeggen, maar waar ze naar lijken te zoek is naar een merk. Een sterk merk. En voor sommigen van hen bij voorkeur een eigen merk. Maar de meesten nemen genoegen met (let op dit woord!) identificatie met een bestaand sterk merk.
Op het moment dat ik dit stukje schrijf worden in de meeste grote steden in Nederland grote beeldschermen op pleinen opgesteld om duizenden mensen in de gelegenheid te stellen gezamenlijk naar de finale van het wereldkampioenschap voetbal te kijken, en feest te vieren als het Nederlandse elftal wint.
Velen zullen zich daarvoor in bizarre kleding hullen en als het Nederlandse elftal inderdaad wint, zullen ze uitzinnig van vreugde zijn omdat we gewonnen hebben. Niet dat elftal, nou ja die ook natuurlijk, maar Nederland is kampioen. We are the champions!
Is dat iets om je druk over te maken?
Lastige vraag.
Het is natuurlijk jammer tot tragisch als je ziet dat mensen hun leven lang bezig zijn placebo’s voor nieuwere placebo’s in te ruilen. Want omdat het middel niet echt werkt blijven mensen onbevredigd en streven ze doorlopend naar nieuwe geluksbrengers. Maar ik moet bekennen mij niet mijn broeders hoeder te voelen, en zeker niet als het om miljoenen broeders gaat.
Wat echter wèl van belang is, is wat het maatschappelijk effect is van hele volksstammen die hun vervulling denken te vinden in het verzamelen van zoveel mogelijk attributen.
Dat leidt namelijk tot een massale productie van onzin. Verdovende onzin.
Om maar enkele voorbeelden te noemen:
Al snel na de invoering van de televisie volgde de kleurentelevisie. Daar waren we jarenlang tevreden mee, maar nu wordt terwijl de HD televisie nog maar in een deel van huizen staat, ons al weer 3D televisie aangeboden.
Televisie is eigenlijk al een ouderwets begrip. Je moet eigenlijk een soort huisbioscoop hebben, iets waarbij je niet meer weet waar je PC ophoudt of je TV begint, zoals je ook met je telefoon moet kunnen navigeren en met je espresso-apparaat moet kunnen twitteren. Onder tussen liggen we aan het infuus bij een provider waar we zoveel bandbreedte hebben dat we in één uur meer video kunnen binnenhalen dan we in de rest van ons leven kunnen bekijken.
Dat kost allemaal geld, energie en grondstoffen.
Zelfs als we die spullen allemaal klimaatneutraal zouden kunnen fabriceren, distribueren en recyclen zouden we daarvoor toch de schaarse voorraden van bepaalde grondstoffen verder moeten uitputten, met alle geopolitieke dreigingen die daaruit kunnen ontstaan.
Is daar iets tegen te doen?
Wat denkt u zelf? Zou er in Nederland een politieke partij te vinden zijn die in haar programma zette: “Wij streven naar een economische groei van min 1,7%”?
Denk het niet.
Wat dan wel?
Jaren geleden, misschien wel 20 jaar, was er een plaag in de varkensindustrie. Op het journaal waren beelden te zien van het ‘ruimen’ zoals men dat verhullend noemde van varkenshouderijen in onder meer Duitsland. Er was een fragment wat mij enorm schokte en me nog steeds achtervolgt:
Een boer had een jong varken bij de achter poten vast en sloeg het beest met zijn kop tegen de stalmuur dood. Naast hem lag een stapel roze varkenslijken.
Even schoot door dat laatste beeld een beeld heen van een stapel mensenlijken uit filmbeelden van de bevrijding van een van de concentratiekampen. En meteen daarop schaamde ik me voor die associatie ( je mag Auswitsch nergens mee vergelijken), maar toen ik er over bleef nadenken kon ik er toch niet omheen dat de dieren die ik at eigenlijk geen leven voor de dood hadden gehad, maar hun bestaan hadden doorgebracht in een soort vernietigingskamp.
Wat kon ik daaraan doen? Een Partij voor de Dieren was toentertijd net zo onwaarschijnlijk als een partijprogramma met economische krimp nu.
Ik besloot geen vlees meer te eten. Vrouw en kinderen konden daar wel in meegaan en dus gingen we op zoek naar vleesvervangers, vanwege de broodnodige eiwitten en zo.
In die tijd was dat lang zoeken en weinig keus. Maar nu zie je in alle supermarkten steeds meer schapruimte ingeruimd voor vegetarische producten, en deze week ontdekten we dat zelfs de Aldi met zijn beperkte assortiment meerdere vega producten verkoopt.
OK waar wil ik naar toe? Ben ik een soort terug naar de natuur type?
Nee, hooguit een vooruit naar de natuur type. Naar de menselijke natuur wel te verstaan.
Vooruitgang is voor mij niet meer dingen, maar de goede dingen.
Technologie is fantastisch als die gebruikt wordt voor het ontwikkelen van schone basisproducten die generaties mee gaan.
Laten we kinderen weer leren hun fantasie en hun handen te gebruiken om dingen te maken.
Gun ze het geluk om hun zelf gezaaide worteltjes te proeven.
Laten we ons zelf niet vermoeien met schijnproblemen als onze identiteit (zie: Wie ben ik, en waarom?) of vragen over de zin van het leven (zie: Rare vraag eigenlijk: “Wat is de zin van het leven?”) maar ons bezig houden met het leven zelf en kijken hoeveel overbodige onzin we daaruit kunnen verwijderen.
En oh ja, bedenk de volgende keer dat je op de fiets zit dat je eigenlijk al een prachtig toestel hebt, dat niet van echt te onderscheiden beelden produceert in maximale definitie, full colour, surround geluid en drie echte dimensies, waarmee je de camerahoek met die twee handels voorop kunt instellen en je kunt inzoomen door je pedalen te bewegen. (Uitzoomspiegel los verkrijgbaar).
En terwijl je zo van deze Super TV geniet, werk je ook nog aan je gezondheid.
Kicken!
Tags: geluk, identiteit, politiek, Uncategorized, vrijheid, wereldbeeld
zaterdag 10 juli, 2010 om 9:43 |
Beste Gerard, soms heb je het idee dat je de enige bent met bepaalde gedachten. Bijvoorbeeld de vergelijking die je maakt over de varkens die hun hele leven in vernietigingskampen doorbrengen, maar dan wel met één groot verschil met de vernietigingskampen van weleer: De varkens krijgen bizar veel te eten. Ze moeten bizar dik worden en daarna alsnog de dood na een ellendig volgemest bestaan waarin ze geen daglicht hebben mogen zien, geen natuurlijk gedrag hebben mogen vertonen, geen vrolijke snoet ooit in de modder hebben kunnen wroeten. Ik heb ook vaak last van het idee dat wij mensen dit andere levende wezens aandoen. En ben om die reden ook gestopt met vlees eten want als het zo moet dan liever niet. Dat is mijn verzet. En daarnaast zet ik met inmiddels in voor de Partij voor de Dieren omdat ik merk dat je wel een verschil kunt maken wanneer de groep protesterenden groot genoeg wordt. En de groep wordt groter en de vernietigingskampen zullen afgebroken worden op een dag. En we zullen inderdaad met veel schaamte aan onze kinderen, of kleinkinderen uit moeten leggen dat we hier wel ooit massaal aan mee hebben gedaan. En dat er daarna een moment van inkeer is gekomen. Ik kijk uit naar de dag. Bedankt Gerard voor je verhaal.
zondag 11 juli, 2010 om 8:36 |
Beste Margot,
Bedankt voor je reactie.
Ik heb verschillende malen overwogen op op de PvdD te stemmen, maar heb uiteindelijk elke keer toch maar strategisch gestemd op een grotere linkse partij. Ik wil de PvdD zeker geen one issue partij noemen. Als ze over andere kwesties stemden dan was ik het vrijwel altijd met hun keuze eens. Eigenlijk vind ik dat ook wel logisch. Als je je politieke keuzes maakt op basis van ethische overwegingen , dan zal dat zich niet tot één gebied beperken.
Je zult het dan ook wel niet eens zijn met mijn idee in het vorige stukje dat een kiesdrempel misschien toch zo gek nog niet is.
Nu ik er, na jouw reactie, nog wat beter over nadenk, besef ik dat ik het geluid van de Partij voor de Dieren niet zou willen missen in ons parlement.
Mijn eerste idee is, dat als er ooit een kiesdrempel mocht komen, de PvdA en GL maar grootmoedig (en verstandig) moeten zijn en de kandidaten voor een aantal verkiesbare plaatsen op hun lijst door een openbaar congres van de Partij van de Dieren moeten laten aanwijzen.
Twee maal het laatst behaalde aantal zetels lijkt mij een goed uitgangspunt voor onderhandeling.