Omdat ik zelf een tachtiger ben, heb ik op school nog meegekregen dat er ooit een stroming in de literatuur was, waarvan de deelnemers de Tachtigers werden genoemd.
Een van de dichters die tot die groep gerekend worden was Jacques Perk hoewel hij al in 1881 op 22 jarige leeftijd overleed.
De ware vrijheid luistert naar de wetten is een strofe die voorkomt in Perk’s ode aan de sonnetten, die begint met de regels:
Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten,
Gij, kindren van de rustige gedachte!
De ware vrijheid luistert naar de wetten..
In de titel van dit stuk heb ik daar een vraagteken achter gezet.
Want wat betekent dat, ware vrijheid? Zijn er vrijheden in soorten?
Valse vrijheid, halve vrijheid, absolute vrijheid? Kortom is vrijheid net zo rekbaar als waarheid?
Zeker is dat vrijheid een gecompliceerd begrip is, dat zich daarom uitstekend laat misbruiken in het politieke verkeer.
Maar we houden het hier netjes.
Tenminste dat is de bedoeling.
Op verschillende plaatsen in Onzichtbare Inkt is al geschreven over de begrippen positieve en negatieve vrijheid. De eerste behelzende de mogelijkheid tot iets, en de tweede het verstoken blijven van iets.
In sommige gemeenten in Nederland wordt op één zondag per jaar en dan alleen nog voor een bepaald gedeelte van de stad, een autovrije zondag nagedaan.
Dat is heel schattig van die gemeenten, maar op een verrassende wijze toch ook nog wel op een bepaalde manier nuttig: Het laat namelijk zien dat vrijheid iets met grenzen te maken heeft.
In dit voorbeeld geldt namelijk binnen het door de gemeente aangeduide gebied een negatieve vrijheid. Men is binnen die grens namelijk tijdelijk vrij van auto’s, terwijl daarbuiten de automobilist vrij is om naar hartenlust te gassen en te ronken.
Kan je nu zeggen dat die grenzen de vrijheid beperken?
Dat lijkt op het eerste gezicht waar te zijn, maar dat is niet het geval. Die grenzen beperken hooguit het gebied waarin die vrijheid heerst.
Sterker nog, grenzen scheppen juist vrijheid.
Hoezo dat?
Onbegrensde vrijheid is alleen maar een gedachteconstructie. Wat je ook doet, je bent altijd gebonden aan wetten en wetmatigheden. Sowieso aan de natuurwetten.
We kunnen wel denken dat we aan de zwaartekracht ontkomen als we in een ballon, of erger nog, in een vliegtuig stappen, maar ook daar gelden de gravitatie wetten nog steeds. Je kan dat kopje koffie wat er geserveerd wordt echt beter vast houden.
Vrijheid lijkt wat dat betreft wel een beetje op ruimte.
Toen ik voor het eerst van mijn leven in een kathedraal kwam, was dat in Frankrijk. Een vriendelijke familie had me een lift gegeven en onderbrak de reis in ik meen Bourges voor een bezoek aan de kathedraal.
Ik was verpletterd toen ik daar binnentrad en deed iets waar ik zelf, afkomstig uit een uitgesproken anti-kerkelijk gezin, verbaasd over was, ik stak een kaars aan uit een behoefte aan eerbetoon.
Niet alleen de schoonheid, maar ook de ontzagwekkende ruimte was het die zo’n indruk op me maakte.
Toen ik later aan die emotie terugdacht viel het me op dat die ervaring van ruimte ontstond toen ik naar binnen ging in een bouwwerk, en daarbij een veel grotere ruimte verliet.
Kennelijk kun je ruimten scheppen door elementen niet-ruimte te stapelen en te verbinden!
De ruimte van die kathedraal waar ik zo van onder de indruk was, was er voor 1214 natuurlijk ook al, maar niemand heeft daar toen staan stuiteren omdat ie zo’n prachtige ruimte zag. Die kon pas beleefd worden toen hij in muren gevangen was.
Dat is interessant, je beleeft dus iets door de aanwezigheid van het tegendeel van datgene wat je beleeft.
Als we dat transponeren naar vrijheid ontdek je dat je vrijheid beleefd dankzij de grenzen die er aan die vrijheid gesteld zijn.
Ongebreidelde vrijheid betekent chaos, de afwezigheid van zin, willekeur, onvoorspelbaarheid, kortom iets wat je nooit hoopt mee te maken.
Daarom floreren wij als er structuur is in ons bestaan.
Structuur betekent dat we de dingen die in ons leven komen en iets van ons vragen, een in principe vaste plaats in ruimte en tijd geven.
Dat wil zeggen dat we ons bestek altijd op de zelfde plaats bewaren en onze pyjama weer op een andere plek. Dat we over het algemeen hetzelfde deel van het etmaal besteden aan rusten en het andere deel aan bezigheden. Dat we op ongeveer dezelfde tijden eten.
Het voordeel is dat we geen tijd verdoen aan het zoeken van dingen, niet hoeven bij te houden hoelang het geleden is dat we voor het laatst gegeten hebben, niet wakker hoeven te liggen over de vraag of we nu al lang genoeg in bed hebben gelegen, en omdat de meeste andere mensen ook min of meer gestructureerd zijn, kunnen we er ook redelijk zeker van zijn dat de winkels open zijn en er openbaar vervoer is. Je blijkt ineens veel meer vrije tijd te hebben dan je dacht en je mist de paniek dat je een deadline niet gehaald hebt. Kortom die structuur die je vrijheid leek te beperken creëert een ruimte en rust waarin je vrij bent van zorgen, en die vrijheid is dankzij de structuur en regelmaat die je aangebracht hebt dan ook structureel!