Posts Tagged ‘vrijheid’

De ware vrijheid luistert naar de wetten?

woensdag 16 maart, 2016

Omdat ik zelf een tachtiger ben, heb ik op school nog meegekregen dat er ooit een stroming in de literatuur was, waarvan de deelnemers de Tachtigers werden genoemd.
Een van de dichters die tot die groep gerekend worden was Jacques Perk hoewel hij al in 1881 op 22 jarige leeftijd overleed.

De ware vrijheid luistert naar de wetten is een strofe die voorkomt in Perk’s ode aan de sonnetten, die begint met de regels:

Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten,
Gij, kindren van de rustige gedachte!
De ware vrijheid luistert naar de wetten..

In de titel van dit stuk heb ik daar een vraagteken achter gezet.
Want wat betekent dat, ware vrijheid? Zijn er vrijheden in soorten?
Valse vrijheid, halve vrijheid, absolute vrijheid? Kortom is vrijheid net zo rekbaar als waarheid?
Zeker is dat vrijheid een gecompliceerd begrip is, dat zich daarom uitstekend laat misbruiken in het politieke verkeer.
Maar we houden het hier netjes.
Tenminste dat is de bedoeling.

Op verschillende plaatsen in Onzichtbare Inkt is al geschreven over de begrippen positieve en negatieve vrijheid. De eerste behelzende de mogelijkheid tot iets, en de tweede het verstoken blijven van iets.
In sommige gemeenten in Nederland wordt op één zondag per jaar en dan alleen nog voor een bepaald gedeelte van de stad, een autovrije zondag nagedaan.
Dat is heel schattig van die gemeenten, maar op een verrassende wijze toch ook nog wel op een bepaalde manier nuttig: Het laat namelijk zien dat vrijheid iets met grenzen te maken heeft.
In dit voorbeeld geldt namelijk binnen het door de gemeente aangeduide gebied een negatieve vrijheid. Men is binnen die grens namelijk tijdelijk vrij van auto’s, terwijl daarbuiten de automobilist vrij is om naar hartenlust te gassen en te ronken.
Kan je nu zeggen dat die grenzen de vrijheid beperken?
Dat lijkt op het eerste gezicht waar te zijn, maar dat is niet het geval. Die grenzen beperken hooguit het gebied waarin die vrijheid heerst.

Sterker nog,  grenzen scheppen juist vrijheid.
Hoezo dat?

Onbegrensde vrijheid is alleen maar een gedachteconstructie. Wat je ook doet, je bent altijd gebonden aan wetten en wetmatigheden. Sowieso aan de natuurwetten.
We kunnen wel denken dat we aan de zwaartekracht ontkomen als we in een ballon, of erger nog, in een vliegtuig stappen, maar ook daar gelden de gravitatie wetten nog steeds. Je kan dat kopje koffie wat er geserveerd wordt echt beter vast houden.

Vrijheid lijkt wat dat betreft wel een beetje op ruimte.
Toen ik voor het eerst van mijn leven in een kathedraal kwam, was dat in Frankrijk. Een vriendelijke familie had me een lift gegeven en onderbrak de reis in ik meen Bourges voor een bezoek aan de kathedraal.
Ik was verpletterd toen ik daar binnentrad en deed iets waar ik zelf, afkomstig uit een uitgesproken anti-kerkelijk gezin, verbaasd over was, ik stak een kaars aan uit een behoefte aan eerbetoon.

Niet alleen de schoonheid, maar ook de ontzagwekkende ruimte was het die zo’n indruk op me maakte.
Toen ik later aan die emotie terugdacht viel het me op dat die ervaring van ruimte ontstond toen ik naar binnen ging in een bouwwerk, en daarbij een veel grotere ruimte verliet.
Kennelijk kun je ruimten scheppen door elementen niet-ruimte te stapelen en te verbinden!
De ruimte van die kathedraal waar ik zo van onder de indruk was, was er voor 1214 natuurlijk ook al, maar niemand heeft daar toen staan stuiteren omdat ie zo’n prachtige ruimte zag. Die kon pas beleefd worden toen hij in muren gevangen was.

Dat is interessant, je beleeft dus iets door de aanwezigheid van het tegendeel van datgene wat je beleeft.
Als we dat transponeren naar vrijheid ontdek je dat je vrijheid beleefd dankzij de grenzen die er aan die vrijheid gesteld zijn.
Ongebreidelde vrijheid betekent chaos, de afwezigheid van zin, willekeur, onvoorspelbaarheid, kortom iets wat je nooit hoopt mee te maken.

Daarom floreren wij als er structuur is in ons bestaan.
Structuur betekent dat we de dingen die in ons leven komen en iets van ons vragen, een in principe vaste plaats in ruimte en tijd geven.
Dat wil zeggen dat we ons bestek altijd op de zelfde plaats bewaren en onze pyjama weer op een andere plek. Dat we over het algemeen hetzelfde deel van het etmaal besteden aan rusten en het andere deel aan bezigheden. Dat we op ongeveer dezelfde tijden eten.
Het voordeel is dat we geen tijd verdoen aan het zoeken van dingen, niet hoeven bij te houden hoelang het geleden is dat we voor het laatst gegeten hebben, niet wakker hoeven te liggen over de vraag of we nu al lang genoeg in bed hebben gelegen, en omdat de meeste andere mensen ook min of meer gestructureerd zijn, kunnen we er ook redelijk zeker van zijn dat de winkels open zijn en er openbaar vervoer is. Je blijkt ineens veel meer vrije tijd te hebben dan je dacht en je mist de paniek dat je een deadline niet gehaald hebt. Kortom die structuur die je vrijheid leek te beperken creëert een ruimte en rust waarin je vrij bent van zorgen, en die vrijheid is dankzij de structuur en regelmaat die je aangebracht hebt dan ook structureel!

 

 

Advertentie

Betere vraag: “Wat is de on-zin van het (je) leven?”

zaterdag 10 juli, 2010

Iemand die op zoek is naar zijn identiteit, doet me altijd denken aan iemand die zijn bril loopt te zoeken zonder in de gaten te hebben dat hij die bril op heeft.
In beide gevallen valt dat gene waar naar gezocht wordt samen met datgene waar mee gezocht wordt.
Van die twee zoekenden heeft de bril-zoeker de beste vooruitzichten, omdat deze datgene wat hij zoekt kent, en het daardoor ook direct zal herkennen als het zijne wanneer hij het ziet. (Bijvoorbeeld in een spiegel, waar hij toevallig langs komt).

Voor de persoon die op zoek is naar zijn identiteit, zijn de vooruitzichten wat somberder, omdat hij het gezochte niet kent en ook niet kan herkennen, omdat hij een verkeerd beeld heeft van wat het begrip ‘identiteit ‘eigenlijk inhoudt. Anders zou hij er namelijk niet naar zoeken.
Degene die zoekt is namelijk datgene wat hij zoekt.
Hij is zogezegd identiek aan zijn identiteit. Maar hij snapt dat niet, want hij is  op zoek naar een attribuut dat hij aan zich zelf kan toevoegen.
En daarin is hij niet de enige.
Mensen zijn massaal bezig zich te omringen en te behangen met attributen. Dat kan in materiële zin door bezittingen te vergaren, zich zelf te piercen of te tatoeëren, hun haar of hun gezicht te verven, verre landen plat te lopen of een opvallend huisdier aan te schaffen. Maar het kan ook in ideologische zin door te zoeken naar een ‘spiritueel’ etiket of zich te verschansen in een etnisch of nationalistisch sjabloon.

Ik weet niet of die mensen er blij mee zouden zijn als ik ze dat zou zeggen, maar waar ze naar lijken te zoek is naar een merk. Een sterk merk. En voor sommigen van hen bij voorkeur een eigen merk. Maar de meesten nemen genoegen met (let op dit woord!) identificatie met een bestaand sterk merk.
Op het  moment  dat ik dit stukje schrijf worden in de meeste grote steden in Nederland grote beeldschermen op pleinen opgesteld om duizenden mensen in de gelegenheid te stellen gezamenlijk naar de finale van het wereldkampioenschap voetbal te kijken, en feest te vieren als het Nederlandse elftal wint.
Velen zullen zich daarvoor in bizarre kleding hullen en als het Nederlandse elftal inderdaad wint, zullen ze uitzinnig van vreugde zijn omdat we gewonnen hebben. Niet dat elftal, nou ja die ook natuurlijk, maar Nederland is kampioen. We are the champions!

Is dat iets om je druk over te maken?
Lastige vraag.
Het is natuurlijk jammer tot tragisch als je ziet dat mensen hun leven lang bezig zijn placebo’s voor nieuwere placebo’s in te ruilen. Want omdat het middel niet echt werkt blijven mensen onbevredigd en streven ze doorlopend  naar nieuwe geluksbrengers. Maar ik moet bekennen mij niet mijn broeders hoeder te voelen, en zeker niet als het om miljoenen broeders gaat.

Wat echter wèl van belang is, is wat het maatschappelijk  effect  is van hele volksstammen die hun vervulling denken te vinden in het verzamelen van zoveel mogelijk attributen.
Dat leidt namelijk tot een massale productie van onzin. Verdovende onzin.

Om maar enkele voorbeelden te noemen:
Al snel na de invoering van de televisie volgde de kleurentelevisie. Daar waren we jarenlang tevreden mee, maar nu wordt terwijl de HD televisie nog maar in een deel van huizen staat,  ons al weer 3D televisie aangeboden.
Televisie is eigenlijk al een ouderwets begrip. Je moet eigenlijk een soort huisbioscoop hebben, iets waarbij je niet meer weet waar je PC ophoudt of je TV begint, zoals je ook met je telefoon moet kunnen navigeren en met je  espresso-apparaat moet kunnen twitteren. Onder tussen liggen we aan het infuus bij een provider waar we zoveel bandbreedte hebben dat we in één uur meer video kunnen binnenhalen dan we in de rest van ons leven kunnen bekijken.
Dat kost allemaal geld, energie en grondstoffen.
Zelfs als we die spullen allemaal klimaatneutraal zouden  kunnen fabriceren, distribueren en recyclen zouden we daarvoor toch de schaarse voorraden van bepaalde grondstoffen verder moeten uitputten, met alle geopolitieke dreigingen die daaruit kunnen ontstaan.

Is daar iets tegen te doen?
Wat denkt u zelf? Zou er in Nederland een politieke partij te vinden zijn die in haar programma zette: “Wij streven naar een economische groei van min 1,7%”?
Denk het niet.
Wat dan wel?
Jaren geleden, misschien wel 20 jaar, was er een plaag in de varkensindustrie. Op het journaal waren beelden te zien van het ‘ruimen’ zoals men dat verhullend noemde van varkenshouderijen  in onder meer Duitsland. Er was een fragment wat mij enorm schokte en me nog steeds achtervolgt:
Een boer had een  jong varken bij de achter poten vast en sloeg het beest met zijn kop tegen de stalmuur dood. Naast hem lag een stapel roze varkenslijken.
Even schoot door dat laatste beeld een beeld heen van een stapel mensenlijken uit filmbeelden van de bevrijding van een van de concentratiekampen. En meteen daarop schaamde ik me voor die associatie ( je mag Auswitsch nergens mee vergelijken), maar toen ik er over bleef nadenken kon ik er toch niet omheen dat de dieren die ik at  eigenlijk geen leven voor de dood hadden gehad, maar hun bestaan hadden doorgebracht in een soort vernietigingskamp.
Wat kon ik daaraan doen? Een Partij voor de Dieren was toentertijd net zo onwaarschijnlijk als een partijprogramma met economische krimp nu.
Ik besloot geen vlees meer te eten. Vrouw en kinderen konden daar wel in meegaan en dus gingen we op zoek naar vleesvervangers, vanwege de broodnodige eiwitten en zo.
In die tijd was dat lang zoeken en weinig keus. Maar nu zie je in alle supermarkten steeds meer schapruimte ingeruimd voor vegetarische producten, en deze week ontdekten we dat zelfs de Aldi met zijn beperkte assortiment meerdere vega producten verkoopt.

OK waar wil ik naar toe? Ben ik een soort terug naar de natuur type?
Nee, hooguit een vooruit naar de natuur type. Naar de menselijke natuur wel te verstaan.
Vooruitgang is voor mij niet meer dingen, maar de goede dingen.
Technologie is fantastisch als die gebruikt wordt voor het ontwikkelen van schone basisproducten die generaties mee gaan.
Laten we kinderen weer leren hun fantasie en hun handen te gebruiken om dingen te maken.
Gun ze het geluk om hun zelf gezaaide worteltjes te proeven.
Laten we ons zelf niet vermoeien met schijnproblemen als  onze identiteit (zie: Wie ben ik, en waarom?) of vragen over de zin van het leven (zie: Rare vraag eigenlijk: “Wat is de zin van het leven?”) maar ons bezig houden met het leven zelf en kijken hoeveel overbodige onzin we daaruit kunnen verwijderen.

En oh ja, bedenk de volgende keer dat je op de fiets zit dat je eigenlijk al een prachtig toestel hebt, dat niet van echt te onderscheiden beelden produceert in maximale definitie, full colour, surround geluid en drie echte dimensies, waarmee je de camerahoek met die twee handels voorop kunt instellen en je kunt inzoomen door je pedalen te bewegen. (Uitzoomspiegel los verkrijgbaar).
En terwijl je zo van deze Super TV geniet, werk je ook nog aan je gezondheid.

Kicken!

Kan zo maar gebeuren.

donderdag 4 maart, 2010

“Het is een niet echt nuttige tool, het ziet er leuk uit en erg spannend en zo maar om eerlijk te zijn ken ik geen een netwerkbeheerder die deze tool zou gebruiken”.

Bovenstaande zin trof ik aan in een technisch forum dat ik volg. En het gaat hier nu niet om de technische inhoud van die zin, maar om de zinsnede ‘en zo maar om eerlijk te zijn’.
Dit is namelijk een nieuwe variant op het kan-zo-maar-gebeuren gebeuren.
Raadselachtig hoe zo’n stijlfiguur ineens opduikt in onze taal. Vooral als je naar de inhoud van die uitdrukking kijkt.

Want wat drukt het uit? Een bedremmeld constateren dat er iets geheel onverwacht uit de lucht kan komen vallen, waar je part nog deel aan hebt, en in elk geval niet door jouw toedoen beïnvloed kan worden.

Hadden we in de zestiger en zeventiger jaren nog het drammerige “moet kunnen”, nu kan alles blijkbaar en een deel van de bevolking zit er bij en kijkt er naar hoe er van alles gebeurt.
Zo ongeveer als een kip het onweer waarneemt.
Is het eigenlijk een wonder dat er steden zijn waar meer mensen thuis blijven dan gaan stemmen?

En hier kom ik dan weer op mijn vertrouwde hobby, om niet te zeggen lobby.

Hoe krijgen we iedereen weer naar de stembus.
Een tijdje geleden heb ik hierover een idee gepubliceerd op de site van de Nationale Dialoog.
Als u dat nog niet gedaan hebt, bekijkt u dat voorstel dan eens en geef er dan uw stem aan, als u het er mee eens bent.

Dat laatste zou zo maar eens kunnen gebeuren.

http://www.denationaledialoog.nl/brieven/269/4/het-vieren-van-de-democratie.aspx

Vieren wij de democratie!

woensdag 29 juli, 2009

Het onderstaande concept van een lobby heb ik geplaatst op de website www.denationaledialoog.nl

Als je dit idee wilt ondersteunen ga dan naar die site, wordt deelnemer aan de dialoog (sowieso een goed idee) ga naar lobby’s, klik daar op alle lobby’s  en stem daar (o.a. op mijn idee natuurlijk).

Aan: De leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal
De Nationale Dialoog, 29 juli 2009
Betreft: Het vieren van de democratie
Geachte leden van de Tweede Kamer

Ik richt mijn voorstel in eerste instantie op u om drie redenen:
Ten eerste om dat u behalve als burger ook door uw functie als volksvertegenwoordiger er naar zult verlangen om een fractie van het hele volk en niet van 80% van het volk te vertegenwoordigen.
In de tweede plaats omdat u mij beter dan wie ook zult kunnen adviseren waar ik mijn idee het beste kan insteken.
En tenslotte omdat ik er niet aan twijfel dat ik bij u zeker 50 adhesiebetuigingen voor mijn idee op denationaledialoog.nl zal kunnen oogsten.

In een zin waar het om gaat:
Ik wil bewerkstelligen dat op de dag van de Tweede Kamer verkiezingen het bestaan van een goed functionerende democratie in ons land gevierd wordt door allen die door hun stem uit te brengen die democratie handen en voeten geven.

De achtergrond
Over het algemeen staan we er niet bij stil hoe heerlijk het is om onbelemmerd te kunnen ademen.

Je beseft pas de waarde van vrij toegankelijke zuivere lucht in een situatie waar die niet voorhanden is. Als je je in een brandend huis bevindt, te lang onder water bent geweest, of als je longen aangetast zijn.

Helaas kan je dit tot op zekere hoogte ook zeggen over democratie. Bij de laatste tweede kamer verkiezingen in dit land, vond 20% van de Nederlanders het niet de moeite waard om naar het stembureau te wandelen en daar een stem uit te brengen. In Rotterdam liet zelfs 30% het afweten.
En dit terwijl een democratische regering helemaal niet zo’n vanzelfsprekend verschijnsel is.

Het weekblad The Economist maakt van tijd tot tijd de balans op, hoe het in de meeste landen met de democratie gesteld is.
Er worden 167 landen onderzocht en zij krijgen een rapport cijfer van 1 tot 10 dat gebaseerd is op een score op vijf deelgebieden:

1. Verkiezingsproces en meerpartijenstelsel
2. Functioneren overheid
3. Politieke participatie
4. Politieke cultuur
5. Burgerrechten

Bij een score van 8 tot 10 wordt een bewind democratisch genoemd, bij een score van 6 tot 7.9 wordt gesproken van een democratie met gebreken, scores van 4 tot 5.9 worden als tussenvorm beschouwd en onder de 4 heb je met dictaturen te maken.

Hieronder de resultaten van de laatste twee metingen

Soort regering in 2008 tussen haakjes 2006

Wereld bevolking slaat hier op de bevolking van de 167 onderzochte landen. Omdat alleen micro staatjes niet opgenomen zijn komt dit praktisch overeen met de gehele wereldbevolking in het betreffende jaar.
Bron: The Economist

Gedetailleerde in houd een een uitgebreide verantwoording hoe de score tot stand is gekomen is te vinden in de volgende (Engelstalige) documenten :
http://graphics.eiu.com/PDF/Democracy Index 2008.pdf
http://www.economist.com/media/pdf/Democracy_Index_2007_v3.pdf

Voor wie daar nieuwsgierig naar is, Nederland zakte van een derde plaats in 2006 met een 9.66 naar een vierde plaats in 2008 met 9.53.
Maar, dat is het mooie van een democratie, dat kunnen wij zelf zo weer herstellen.

Maar het eerste waar we dan aan moeten denken is dat de volksvertegenwoordiging ook een volksvertegenwoordiging is en niet een vertegenwoordiging van 80% of 70% van de stemgerechtigden.

Probleem en oplossing

Stemplicht of opkomstplicht kennen we niet meer in Nederland. Stemmen is vrijwillig. Dus wie niet stemt, zal in de meeste gevallen niet gemotiveerd zijn.
(We laten even buiten beschouwing de mensen die fysiek belemmerd waren zelf te stemmen en niet per volmacht konden stemmen, mensen die het vergeten waren dat er verkiezingen waren, of psychisch niet helemaal meer bij de wereld betrokken zijn).
Hoe kan het dat mensen een zo zeldzaam en kostbaar goed als een goed functionerende democratie niet belangrijk vinden?
Daar lijken maar drie mogelijkheden voor te bedenken:

* Zij beseffende de waarde van democratie niet
* Ze geloven niet in onze democratie
* Ze voelen zich niet betrokken bij maatschappij

We kennen allemaal de dooddoeners over Den Haag, de polletiek, dat stelletje zakkenvullers, en het pluche.
Nu is het eenvoudig mensen die dit zeggen dom te noemen, het is vruchtbaarder om dat veel betere verstand van ons dan eens te gebruiken om die afzijdigen ervan te overtuigen dat een democratisch systeem alleen maar werkt als het goed en volledig gebruikt en onderhouden wordt, en dat wil zeggen, dat we het met z’n allen onderhouden.

Stemmen is daar één onderdeel van, en met stemrecht alleen heb je nog geen goed functionerende democratie, maar stemmen is wel de meest duidelijke en concrete manier waarop iedere stemgerechtigde burger rechtstreeks een middel in handen krijgt om deel te nemen aan de vormgeving van de toekomst van de mensen die in dit land wonen.
Het is daarom een geschikt aangrijpingspunt om die mensen die aan de kant blijven staan omdat ze zich onmachtig of buitengesloten voelen, en wellicht ook buitengesloten zijn een hand toe te reiken en te zeggen “Kom op, doe met ons mee, je hoort er bij. Jouw stem telt mee.

De invulling
Op de dag dat wij de democratie vieren moet er een zo breed aanbod van evenementen zijn, dat er voor iedere smaak wel iets aantrekkelijks bij is.
Al die evenementen zijn gratis toegankelijk, voor iedereen die gestemd heeft en als zodanig herkenbaar is, bijvoorbeeld aan een polsbandje.
De evenementen moeten ook fysiek toegankelijk zijn, en daarom is het openbaar vervoer gratis die dag en zorgen vrijwilligers eer voor dat ook minder mobiele personen mee kunnen doen.
Bij de programmering kunnen we denken aan uitvoeringen, lezingen, sportdemonstraties, maar ook aan de openstelling van musea, bibliotheken, sterrenwachten, bijzondere gebouwen of tuinen.
Degenen die dat jaar voor het eerst stemmen zouden daarbij bijzondere aandacht kunnen krijgen, bijvoorbeeld door hen bij de programmering te betrekken, of voor hen erebaantjes te reserveren zoals bijvoorbeeld roadie te zijn bij een band of minder mobiele mensen te mogen bijstaan.
Van de uitvoerenden verwachten wij dat ze om niet optreden.
De overige kosten delen we graag samen. Het is tenslotte ons feestje waarop wij onszelf graag feliciteren met een sigaar uit eigen doos.

Dank u wel voor uw aandacht.

Wildplassen of zelfcensuur

maandag 9 juni, 2008

Wat is het onzindelijke woord in deze titel ‘Wildplassen of zelfcensuur’?

Dat is het woordje ‘of’, want dat suggereert dat we het hier hebben over een keuze die er gemaakt zou moeten worden.
Een soortgelijke keuze werd de Nederlanders voorgehouden in 1937 door de NSB, die de verkiezingsleuze “Mussert of Moskou” voerde. Zonder veel succes overigens want ze gingen bij die verkiezingen achteruit.
Waarom bedenk ik hier nu een even demagogische keuze Wildplassen of Zelfcensuur?
Omdat er in Nederland blijkbaar weer in dat soort termen gedacht wordt.
Ik was bijvoorbeeld nog al geschokt toen in het programma Buitenhof waar in de regel denkende mensen aan het woord komen een columnist van Elsevier regelmatig het woord zelfcensuur (en een enkele keer ook zelfislamisering) in de mond nam, en niemand hem op demagogie aansprak.

Onderwerp van de discussie was de vrijheid van meningsuiting en een gebeurtenis die daarbij centraal stond was de weigering van een paar foto’s door een museumdirecteur.
In de discussie in Buitenhof en in de discussie daarbuiten wordt de vrijheid van meningsuiting regelmatig opgevoerd als een grondrecht, waarop geen enkele beperking mag worden toegepast. Andere vrijheden, zoals de vrijheid van onderwijs en godsdienstvrijheid moeten daar eventueel maar voor wijken. Terwijl een ander soort vrijheid, artistieke vrijheid weer tot de onaantastbare vrijheden behoort.

Bovendien duikt er in de discussie de laatste jaren iets op wat ‘het recht op beledigen’ heet en dit valt ook weer in de categorie grondrechten.

Opvallend is dat er algemeen van uit gegaan wordt dat er zoiets als een onbeperkte vrijheid van meningsuiting in de wet vastgelegd is, maar dat is niet het geval. Wel is er in eerste instantie wel een vrijheid van drukpers geformuleerd, die op dit moment als volgt geformuleerd is:

Artikel 7 Meningsuiting
1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

Dit artikel is inmiddels uitgebreid met bepalingen die op de overige media slaan.

Maar wie goed leest ziet dat er twee beperkingen zijn:
De eerste schuilt in het woord voorafgaand. De wetgever houdt dus wel degelijk de mogelijkheid open om iemand achteraf aan te spreken op de inhoud van een publicatie.
De tweede beperking is verwoord in de toevoeging behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”.
Smaad is bijvoorbeeld strafbaar.

Voor de helderheid van de discussie zou ik dus willen voorstellen dat we onder censuur de voorafgaande beperking van iemands uitingen door met macht beklede derden verstaan.

Op grond van artikel 7 kan je dus zeggen dat er in Nederland geen censuur bestaat. Althans geen overheidscensuur.

De censor hoeft echter niet per se de overheid te zijn. Het kan ook een omroepvereniging zijn, die in een aangekochte programmaserie knipt, omdat de daarin vermelde opvattingen strijdig zijn met de beginselen van die vereniging.

Een kwalijk bij-effect van censuur is, dat de ontvanger van gedrukte of anderszins verspreide uitingen niet altijd weet of ze gecensureerd zijn: Waardoor er niet alleen een vervalsing van de inhoud ontstaat, maar ook nog eens de opvattingen van de oorspronkelijke verspreider onjuist worden weergegeven.
Kijkers die een tv-uitzending bekijken zonder te weten dat die gecensureerd is, krijgen ten onrechte de indruk dat wat zij gezien hebben de opvattingen van de genen die in de aftiteling vermeld staan goed weergeeft.

Geen goed woord voor censuur dus.

Ik woon nu al dertig jaar niet meer in die stad, maar vroeger kreeg je in Amsterdam de vraag “Waar heb dat nou voor nodig?” om je oren, als je je te buiten ging aan onbehoorlijk gedrag.

Dat was nog niet zo’n slechte vraag, want hij impliceert dat gedrag ‘ergens voor nodig moet zijn’. Het doel heiligt de middelen niet, maar de middelen dienen wel door een doel gerechtvaardigd te worden. Je gedrag moet ergens op slaan.

Zinloos geweld (een term waar ik als pacifist enige moeite mee heb) werd dus al voor dat woord in zwang kwam, door die nuchtere Amsterdamse vraagstelling ter discussie gesteld.

Hé, waar ben je nou mee bezig, dat heb toch nergens voor nodig?

Nu was er in die tijd nog een algemeen geldende opvatting over wat je met goed fatsoen wel en niet deed. En daar golden termen voor als beschaving, fatsoen, omgangsvormen, goede smaak en manieren, en een belangrijk deel van de opvoeding bestond uit het bijbrengen van het leren hanteren van de regels die daar uit voortvloeiden en waar je je eigen gedrag dan mee reguleerde.
Kortom, een zekere zelfbeperking was een normaal, zo niet essentieel onderdeel van de weg naar volwassenheid, beschaving en sociaal gedrag.

De notie dat je niet zomaar alles wat bij je opkomt ook maar moet zeggen is overigens nog ouder dan de weg naar Rome, getuige Psalm 141:3 “HEERE! zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur mijner lippen.

Nu hebben wij inmiddels de Verlichting  en de zestiger jaren doorgemaakt, maar dat neemt niet weg dat we in meerderheid nog steeds weinig zien in zinloos geweld en bijgevolg ook weinig mogen verwachten van zinloos verbaal geweld.

Zijn er nu vrijplaatsen waarin die  zelfbeperking ten behoeve van de lieve vrede niet in acht hoeft te worden genomen?

Sommige kunstenaars of mensen die zich als zodanig beschouwen, claimen wel eens een artistieke vrijheid die geen rekening met burgerlijke waarden hoeft te houden.
Zij eigenen zich het recht toe om te shockeren of taboes te doorbreken.
Of zoals ze het ook wel graag zeggen, grensverleggend bezig te zijn.

De motivatie (de uitleg waar dat voor nodig heb) hiervoor is niet altijd duidelijk.
Bijvoorbeeld als een popzangeres zich zogenaamd kruisigt. Of als een fotografe mannen fotografeert die homoseksuelen moeten verbeelden en ze dan voorziet van maskers die de profeet en diens schoonzoon moeten voorstellen.

Over smaak valt wel degelijk te twisten, en volgens mijn opvattingen vallen beide uitingen onder de noemer wansmaak. De fotografe geeft nog een politieke motivatie. Zij wil de hypocrisie t.a.v. homoseksualiteit in moslimlanden aan de kaak stellen.

Ik vraag me daarbij wel een paar dingen af:
Waarom doet zij dit in Nederland? Ik dacht dat homoseksuelen het hier niet zo slecht hadden. Of denkt zij dat homo’s in Iran het beter krijgen door in Den Haag foto’s op te hangen?
Ik vind het ook wel een erg veilige manier van dapperheid.

Het doet mij denken aan het gedrag van de Grote Wildplasser van Nederland, die zijn dapperheid vertoont van achter de brede ruggen van zijn beveiligers. En zich dan ook nog eens aan de gotspe te buiten gaat om zijn collega politici laf te noemen. Terwijl het wel die “laffe” collega’s van hem zijn die er voor zorgen dat GW veilig kan beledigen.

Hetzelfde gedrag zien wij trouwens ook bij zijn illustere voorgangster en zijn illustere navolgster van Bang voor Nederland.

Nog even over dat grens verleggend bezig zijn:
Ook hier doet zich de “Waar-heb-dat-nou-voor-nodig” vraag voor.

Hitler was ook grensverleggend bezig en dat vonden we hier aan onze kant van een zo’n grens – afgezien van dat handjevol NSB-ers – toch niet zo’n goed idee destijds.
Grenzen die op een legale manier tot stand gekomen zijn en breed als zodanig erkend worden, dienen alleen met algemene instemming gewijzigd te worden of anders gehandhaafd te worden.
Dit geldt niet alleen voor landsgrenzen, maar ook voor grenzen aan het gedrag.

mailtobutton


%d bloggers liken dit: