Het is me al meerdere malen opgevallen dat ik een tekst tegenkwam die ik tientallen jaren geleden geschreven had en daar nu ineens de volledige betekenis van ervoer.
Ik kon dat nooit verklaren, en ik heb ook nooit gehoord of gelezen dat andere mensen die ervaring ook hadden gehad..
Maar ik vind dat soort ontdekkingen best aangenaam.
Zou er er zoiets als een onvolgroeid weten bestaan. dat in je woont als een vruchtbeginsel wat pas door ervaringen, liefdevolle inspiratie of noest denkwerk rijpt?
Of is het zo dat het woord of begrip waarmee je toen de betekenis kenschetste nu een andere inhoud heeft gekregen.
Misschien maakt dit verhaal het (zowel voor jou als voor mij) wat duidelijker wanneer ik het opschrijf.
Het was een droom die een andere betekenis kreeg…
Ik woonde in die tijd op het eiland San Miguel de la Palma, een van de Canarische Eilanden, dat toen nog een oase was.
Ik landde er op 20 maart 1976 en kreeg het gevoel dat het daar nog pas 1952 was.
Ik was toen 41 jaar en was mijn geboortestad Amsterdam ontvlucht.
Ik had daar in de vrolijke creatieve jaren genoten van de veranderingen, maar zag dat vuur langzaam doven en was niet gelukkig met de geleidelijke radicalisering en de korst van toeristische outlets die zich steeds meer over voorheen leuke straatjes uitbreidde.
Ik kreeg genoeg van mijn oppervlakkige contacten. En dat kwam er ook nog bij, een belangrijke relatie liep stuk, en dat was niet de eerste keer dat dat gebeurde, dus ik begon mij af te vragen, of ik niet zelf de storende constante in die reeks was.
Nu ik dit opschrijf besef ik met enige verlegenheid dat dit onthutsend veel op de beschrijving van een midlifecrisis lijkt. Nou daar was ik dan vroeg me, want ik ben intussen al meer dan twee keer zo oud.
La Palma werkte direct genezend, nou ja, in eerste instantie bedwelmend, op momenten zo verrassend dat het leek of je ogen gewassen waren.
Ik kon daar zonder een grote kans op werk neerstrijken omdat ik voor mijn vertrek mijn flat in Amsterdam Noord had weten te verkopen en daar hield ik na aflossing van de hypotheek 8000 of 6000 gulden, weet ik niet meer precies, aan over.
Bovendien raakte de eerste bijdruk van “De komende en de gaande man” uitverkocht en zou een tweede druk uitkomen, waar ik op La Palma een naschrift zou schrijven. En dat zo dan ook weer een tijdje nog wat royalty’s opleveren.
Waarom dat naschrift?
Ik was me in de twee jaar na het uitkomen van dit boek over mannenemancipatie bewust geworden dat het verhaal nog niet af was. Misschien ook wel vooral waar het de persoon van de schrijver zelf betrof.
Wat ging er mis in mijn relaties.
Waarom droomde ik van een dochter?
De droom waarover dit verhaal gaat bezocht me in een gehucht in het noorden van het eiland toen ik overnachtte in een ruimte die leeg was en de muren wit gepleisterd waren, en die een weldadige rust in mij teweeg bracht.
ik bevind me aan de rand van een baai onder mij waar de hoofdstad van het eiland lijkt te liggen. De stad licht op in de duisternis. De contouren van heuvels steken af tegen de sterrenhemel.
Er klinkt een onaards mooi koor zonder woorden.
Dan dalen er wezens neer. Het lijken vrouwen maar het kunnen ook vogels zijn met lange in kleuren oplichtende veren.
Zijn het paradijsvogels?
Dan ben ik beneden, op een groot plein. Op de achtergrond zijn er lichten en mensen.
Ik zie dat er klein gebouwtje op het plein staat.
Als ik dichterbij ben lijkt het een zeshoekige kiosk, die aan alle kanten vensters heeft.
In het midden op een verhoging troont het Kind.
Het Kind kijkt mij aan en er gebeurt iets met me:
Ik wordt verbonden.
Was dit de aankondiging van het kind waar in naar verlangde?
Nu meer dan veertig jaar later denk ik dat er meer aan de hand was.
In 1972 of 73 schreef ik voor Opzij, waarvan ik toen nog redactielid was, een artikel getiteld Baarmoedernijd. In dat artikel vergrootte ik de persoonlijke jaloezie uit die ik voelde op het vermogen van een vrouw om een kind te dragen.
In dat licht had ik kunnen begrijpen dat wat ik in die droom voelde een virtuele navelstreng was.
Niet vrouw baart zoon, maar man baart dochter.
De rollen waren verwisseld.
In het meest gelezen boek ter wereld komt een beeldspraak voor van een licht dat in de duisternis scheen en dat door die duisternis niet begrepen werd.
Misschien was het ook wel een hint, een signaal vanuit dat onvolgroeide weten waar ik het in het begin over had.
In elk geval schreef ik in dat naschrift dat je wel een strategie kunt bedenken voor de bevrijding , maar niet een strategie voor de vrijheid.
Dat je voor de ontsnapping uit een gevangenis de muren van je gevangenis moet doorgronden, maar dat je die gevangenis niet de rest van je leven moet laten bepalen.
Rolverwisseling is geen antwoord op de emancipatie opgave, Er moet gestreefd worden na een volledige ontrolling!
Grappig is dat ontrolling de letterlijke vertaling is van desarollo, het Spaanse woord voor ontwikkeling.
Dat naschrift heb ik elders in dit weblog herdrukt. (https://gerardvb.com/2018/11/17/terug-naar-de-komende-en-de-gaande-man/ )
Nu heb ik de chronologie niet helemaal meer in m’n hoofd, dus weet ik niet of ik dat naschrift voor of na de droom geschreven heb, en of de droom het inzicht of het inzicht de droom getriggerd heeft, maar de metafoor van de navelstreng drong pas in 2020 tot me door.
The light of understanding (heb je Han Shan weer) had nog niet in álle hoeken geschenen blijkbaar.
De duisternis in casu zijn de schrale velden van het nog sluimerend bewustzijn.
Of moet ik zeggen onontgonnen bewustzijn.
Ik kijk uit na de volgende verrassingen.