Sinds enige tijd hangt niet ver van mijn huis dit bord aan de gevel van een straat met huurwoningen. En ik stond enige tijd te stuiteren van verbazing toen ik dit las.
Maar die verbazing was goed beschouwd een kwestie van vergeetachtigheid, want in deze stad van Bordewijk schuwt men het spierballenvertoon allerminst. Bij mijn weten was men hier het eerst met preventief fouilleren, heten de straattoezichthouders hier mariniers, gold of geldt hier een inkomensgrens om je in een bepaalde wijk te mogen vestigen, en vond een LPF- wethoudster het wel een aardig idee om slechte ouders te verplichten tot een abortus als ze verdorie weer zwanger waren. Dit laatste ging toen nog niet door, maar het is inmiddels al een idee geworden waar je in elk geval over kunt nadenken.
Wat is er toch gebeurd met Rotterdam wat zo’n toffe stad was, toen ik me hier in 1982 vestigde. Wat een verschil toen, met mijn geboortestad Amsterdam waar chagrijn en verongelijktheid een paar decennia eerder toesloegen dan hier.
Waarom is hier zo voetstoots gecapituleerd voor de geest van Pimpopulus?
Misschien ligt het niet aan Rotterdam, maar is dat verongelijkte sentiment iets wat zich geleidelijk over ons hele land aan het verspreiden is.
Een sentiment dat altijd naar de ander wijst; de buren, de zakkenvullers, de polletiek, de moslims, maar zelden de blik kritisch naar binnen richt.
Een sentiment dat zich concentreert op wat er allemaal mis is en zelden ideeën oplevert om het beter te doen, anders dan een weg-met-hun oplossing.
Natuurlijk kan een stadsbestuur zo’n tij ook niet keren.
Maar met zulke borden zal je zeker niets bereiken.
Ik zou het echt niet pikken als ze het lef hadden om zoiets aan de muur van mijn huis te schroeven.
Maar dat zullen de slimmeriken ook nooit doen, omdat het inderdaad de muur van mijn huis is.
Tegen een kwetsbaar iemand als een huurder durven de supermariniers echter wel, want onze wethouder/makelaar heeft een regeling bedacht waarbij je uit je huis gezet kan worden als je je niet gedraagt en je zelfs nergens meer aan de bak komt als je je blijft misdragen.
Nog even over de tekst op het bord zelf:
Overal wordt de wij vorm gebruikt terwijl er jullie bedoeld wordt.
Repressieve tolerantie noemden we dat in de zestiger jaren. Wie het voor het zeggen heeft zegt “Dan mag u hier even wachten” terwijl je natuurlijk moet wachten.
Dus groeten wij elkaar, ja? Net als in militaire dienst.
En spreken wij elkaar hier op aan. Hoe effectief is dit concept dat burgers elkaar controleerden immers niet gebleken in de DDR.
Zo wordt het nog wel wat in die stad van ons.
Blij nemen wij deel aan de straatactiviteiten.
Volksdansen onder leiding van Karagöz himself, op de wijze van samen kennen wij de Muzelman.
Geluk lacht ons toe…