Met enige regelmaat tref ik mezelf tegenwoordig ergens aan, zonder te weten waarom ik daar ben. Ik moet dan in gedachten of in den lijve teruggaan naar mijn vorige standplaats om me te herinneren wat ik wilde doen of wilde pakken.
Een tijdje geleden sprak ik, toen ik me in zo’n wat-doe-ik-hier situatie bevond, de woorden ‘Wie ben ik, en waarom?’uit en dat is een beetje een running gag geworden. Maar na enkele tientallen keren begon ook mij deze spreuk te vervelen en kwamen er varianten als:
Wie ben ik en hoe laat begint dat?
Wie ben ik en is dat erg?
Wie ben ik en schuift dat ook nog wat?
Wie ben ik en wie ben jij eigenlijk?
Wie ben ik en kan ik daar wat aan doen?
En daar zijn er nu ook al weer zo veel van dat ik de helft al weer vergeten ben.
Geheugenverlies is een zegen….
Niettemin blijft de vraag ‘Wie ben ik en waarom?’ een interessante vraag. En het schijnt dat menigeen daar niet eens direct een antwoord op zou weten.
Zelf heb ik over het eerste gedeelte van die vraag veel nagedacht. Niet zo zeer in de directe zin over wie ik zou zijn, maar over de identiteitsvraag in het algemeen. En het antwoord dat ik er op gevonden heb en wat ik tot nog toe niet kapot heb kunnen testen is in vijf woorden samen te vatten:
Je bent wat je doet.
Dus niet wat je denkt, stemt, eet, van plan bent of aantrekt, maar uitsluitend wat je doet.
Moeilijker is het tweede deel van de vraag: Waarom?
Het gaat hier eigenlijk niet zozeer over de vraag waarom je bestaat, maar waartoe.
Daar zijn in de loop van de geschiedenis al veel antwoorden op gegeven, maar omdat het een vraag is die over de mensheid gaat, gaat het ook over ieder lid van die mensheid en heb je naast een algemeen antwoord ook wel graag een persoonlijk antwoord.
Daarmee worden de algemene antwoorden niet overbodig, want je kan altijd kijken of een van de algemene antwoorden voor jou bruikbaar is als persoonlijk antwoord.
Ik herinner me uit een van de boeken van Kurt Vonnegut dat iemand op de muur van een toilet de vraag ‘What is the meaning of life?’ had geschreven en dat daar later aan toegevoegd bleek te zijn ‘To be the eyes and the ears and the hands of the Creator of Universe, you stupid fool!’.
Nu is het zeker veertig jaar geleden dat ik die boeken van Vonnegut las, dus er kan tekstueel iets niet kloppen aan dit ‘citaat’, maar de strekking zal er niet veel naast zitten. En het feit dat ik me die tekst na veertig jaar nog herinner, wijst er op dat ik er iets in gezien moet hebben.
Niet helemaal onlogisch dat je iets in die handen ziet als je vindt dat je bent wat je doet.
En die ogen en oren spreken me ook wel aan. Het genieten van de schepping en vooral het je verwonderen er over is een belangrijke bron van levensvreugde en nieuwsgierigheid, die het leven interessant en spannend houden.Meer daarover staat in de artikelenserie Vrijheid in deze weblog.
Naschrift 2014: Inmiddels is het internet zover bijgewerkt dat het citaat van Vonnegut terug te vinden is Het luidt:
What is the purpose of life?…To be the eyes and ears and conscience of the Creator of the Universe, you fool!