Archive for oktober, 2006

De strijkbout

vrijdag 27 oktober, 2006

De strijkbout had een houten handvat. Links vooraan zat naast het handvat een geheimzinnig zwart dopje. Als je er op drukte gebeurde er niets, want de ingewikkelde strijkijzers werden pas lang na de oorlog uitgevonden. Desondanks bleef ik het van tijd tot tijd controleren. Want dopjes zijn net als knopjes toch om er op te drukken. Toen ik een kleine eeuw ouder was snapte ik dat het dopje niets anders dan een duimsteun was. Ik was toen al een zevenplusser. Een jongetje met veel te grote oren en een sterke neiging om schroefjes los te draaien. En na een tijdje kon ik de meeste huishoudelijke apparaten repareren. Als m’n moeder me niet voor was tenminste. Die had ook iets met mechaniekjes. Ik heb het van haar.

Die strijkbout zou ik zo kunnen uittekenen, als ik kòn tekenen. De landkaart van verf op het handvat: bruin – oker grondlak – hout was de volgorde van versletenheid. Het knopje/dopje wat bovendien iets van een dropje had en een beetje los zat. Het aan een kant afgebroken stuk aardewerk waaruit de kontaktpennen staken. Het getwiste snoer met een glanzende geweven omkleding. Bruin met een wit werkje.

Meerdere malen heb ik er een nieuw ‘element’ in moeten zetten. Een element zo heette dat. Dan moest je de zool van de bout schroeven. Die zool met twee gleufjes voor aan de punt voor de knoopjes en de bruin ingebrande plekken van het te lang persen.

Heel lang in het oerbegin van mijn leven, had ik tegen mijn moeder of mijn zuster of mijn vader kunnen zeggen “de strijkbout”, en zij hadden gedacht aan die ene, allerindividueelste strijkbout. Met al die bijzonderheden waarvan ik er echt maar een paar verteld heb. Die strijkbout is op een zeker moment verdwenen. Vervangen door een modern strijkijzer. Misschien wel een modern lichtgewicht strijkijzer. En dat weer door een nog moderner stoomstrijkijzer. En tegenwoordig zullen er wel strijkijzers zijn die zo licht zijn dat ze boven het strijkgoed zweven met automatische vochtsensors en computergestuurde vernevelingsautomatiek. En nooit zal er een kind later met warmte terugdenken aan ‘onze strijkbout’.

Historisch materialistische verklaring:
We waren arm dus thuis. Leefden van ‘het steun’. En ze hadden in die tijd de rare gewoonte om dingen te maken die lang mee gingen. Mijn naaimachine was nog jaren dezelfde die mijn moeder kreeg vijftig jaar daarvoor toen ze ‘moest trouwen’ en toen was die Singer al tweedehands.

Mijn jeugd is een onuitputtelijk reservoir van dat soort bodemschatten.
Herinneringen aan geuren en vormen, van dingen die met ons mee leefden. Net als de maan die over de bomen heen met je meeliep, die enkele spannende keer dat je in het donker buiten was. Goed er waren ook enge gaten en putten, maar de wanden schitterden van mineralen en al was dat geen goud het glansde wel, en ik heb nog steeds de sleutel naar dat gebied.

Nu had ik ook wel wat mee. Mijn vader was een reus en m’n moeder een godin, en dat is een goed begin voor een aankomend tovenaar.
Maar ik denk dat meer kinderen dat hebben.
Wat ik me als bijzonder weldadig herinner, is dat we vastigheid hadden.
Ons leven had patronen.
Om te beginnen woonden we altijd in hetzelfde huis. Gevuld met dezelfde dingen, die we ook op een vaste manier gebruikten. Hoewel mijn moeder daar soms op een opwindende manier doorheen kon breken.

De zondagochtenden waren bij ons geheiligd. Dat wil zeggen, de zondagen dat hij bij ons thuis was en niet in Brabant moest blijven in de ‘werkverschaffing’.
Mijn vader stond er op die dag zijn aandeel in het huishouden te hebben. “Kom Tine”, zei hij, “we zulle de zaak es effe opmarojeme”.
Of mijn moeder daar blij mee was, betwijfel ik.
Ze ging in de keuken aan de gang. M’n vader werkte met akelige precisie de kamer af, en wij, m’n zus en ik, hingen de beest uit.
Tegen half elf werd het spannend. Er werd koffie gezet.
Soms mocht ik malen. Anderhalf lood.
De keuken blonk.
De zon scheen laag door het raam terwille van de stoom uit de fluitketel waaruit mijn moeder opschonk.
Iedereen bevond zich in de keuken.
Daar gebeurde het.
De zondagochtend werd bevestigd.
We waren bij elkaar.