Archive for juni, 2008

Gevoel en verstand (een onaffe gedachtengang)

zaterdag 28 juni, 2008

“Mijn gevoel zegt me dat die man niet deugt.”
Gevoelsmatig ben ik geneigd om ja te zeggen, maar m’n verstand zegt me dat ik daar toch beter nog een nachtje over kan slapen.”
Iedereen heeft mensen wel eens zulke dingen horen zeggen, en misschien hebben we zelf ook wel eens zo’n zin gebezigd.

Uit zulke uitspraken blijkt dat mensen over ten minste twee innerlijke raadgevers lijken te beschikken; een gevoel en en een verstand, en dat die twee het niet per se altijd met elkaar eens hoeven te zijn.

Sommige mensen zijn van mening dat bij bepaalde mensen een van die twee de overhand heeft. Ze noemen die mensen dan gevoelsmensen of rationalisten.
En zelfs nu heb je nog wel mensen die denken (of liever gezegd voelen en daarom “zeker weten”) dat bij het ene geslacht het gevoel de doorslag geeft, en dat bij het andere geslacht de ratio overheerst.

In de romantiek bestaat het beeld van mensen die innerlijk verscheurd worden door de tweestrijd die in in hun binnenste gevoerd wordt door deze twee krachten. Maar ook in deze tijd die we in elk geval niet als een hoogtij van de romantiek kunnen betitelen, zijn er nog zat mensen die een tegenstelling- of op zijn minst  een zekere hiërarchie  ervaren tussen gevoel en verstand.
Is dat juist, is dat zinvol?

Waar hebben we het eigenlijk over? Wat is gevoel? Waar houdt gevoel op en begint verstand?
Zijn het twee totaal verschillende dingen? Twee autonome faculteiten van het bewustzijn? Of zijn het twee nuances van het menselijk vermogen om zich een oordeel te vormen van iets of iemand.

Een opvallend verschil tussen een verstandelijk oordeel  en een gevoelsmatig oordeel is dat je een verstandelijk oordeel kunt beargumenteren, je kunt het aan een ander uitleggen. Of die ander het begrijpt is natuurlijk een ander ding, want daarvoor is om te beginnen nodig dat die argumenten zelf ook weer rationeel zijn. (En graag ook nog verifieerbaar juist zijn). Terwijl je bij emotionele overtuigingen meestal niet veel verder komt dan een ‘ja dat voel ik nou eenmaal zo’.

Soms blijkt het gevoel een voorloper te zijn van een redelijke overtuiging.

Ik merkte dat toen ik de afgelopen maanden een competitie tussen twee kandidaten voor een politieke functie volgde. Ik zei tegen iemand die die strijd ook volgde dat ik kandidaat A niet echt vertrouwde, maar ik kon toen niet uitleggen waarom. Later begon ik een aantal dingen op te merken:
Dat A op een pijnlijke vraag altijd reageerde met een hartelijke lach, terwijl met dat niet een logische reactie lijkt.
Dat A nooit aarzelde bj het beantwoorden van vragen.
Dat A als je het later na las of opnieuw bekeek vaak de vraag niet beantwoord bleek te hebben.
Waarschijnlijk zijn je zintuiglijke waarnemingen globaler en dring je pas na interpretatie tot de reële inhoud van het waargenomene door.

Met deze beschrijving van gevoel en verstand als twee aspecten van mijn beoordelingsvermogen kan ik aardig uit de voeten, totdat ik me realiseer dat een belangrijk onderdeel van mijn beoordeling van situaties en mensen bestaat uit waardeoordelen.
En wat zijn dat nou weer voor schimmige fenomenen.

Behoren waarden tot het domein van het gevoel of tot dat van de redelijke afweging?
Verhip, dat woord afweging had ik eigenlijk beter niet kunnen gebruiken, want ik houd meer van een een ratio die niet wikt en weegt, maar meet en weet.
Maar laten we even idealistisch blijven en uitgaan van een reine Vernunft tegenover een primair gevoel, behoren waarden tot een van beiden domeinen, wonen ze op de schaal tussen die twee of vormen zij een derde categorie?

Het is tamelijk lastig voor mij om die vraag te vermijden niet alleen al omdat ik hem hier publiekelijk stel, maar ook omdat ik niet kan ontkennen een moralist te zijn. Weliswaar een moralist die zijn eigen mores met regelmaat toetst, maar toch – het valt niet te ontkennen – een moralist, die ook niets anders zou willen zijn.

Niet een moralist in de zin van een zedenpreker, maar wel in de zin van iemand die zijn keuzes toetst aan een moraal.
Maar waar komt dat ding, die moraal in vredesnaam vandaan? En waar bestaat ie uit?

Mijn vader vertelde mij ooit dat zijn vader een groter stuk vlees kreeg dan zijn kinderen, en dat hij dat niet eerlijk vond. En dat hij zich toen voorgenomen had omdat later zelf nooit te doen.
Hij was ook de man die de opslag die hij als voorman alleen kreeg deelde met de twee mannen waar hij mee werkte omdat zij samen die betere productie veroorzaakt hadden. Een beslissing waar mijn moeder niet gelukkig mee was. Maar waar ik hem diep voor bewonder en die denk ik ook mijn waardenstelsel beïnvloed heeft. Maar uit dit hele verhaal blijkt dat zowel een vader waar je het niet mee eens bent, als een vader waar je het wel mee eens bent je in dezelfde richting kunnen duwen. Een halve punt dus voor nurture in het nature-nurture debat.

Als we – in een poging om het simpel te houden – moraliteit nu eens indikken tot de vraag hoe je kiest tussen eigen belang en algemeen belang als die twee niet samenvallen, dan hebben we in elk geval een redelijk instrument om je positie te bepalen en je koers uit te zetten.

Nu is het natuurlijk niet zo dat zelfs een moralist in elke situatie eerst een geschikte steen uitzoekt om daar in de peinshouding op te gaan zitten teneinde tot een ethisch verantwoord besluit te komen.
Nee in de meeste situaties handel je toch min of meer vanuit een automatisme. Je hebt in de loop van je leven toch een bepaalde manier van handelen ontwikkeld die mensen wel als je aard of karakter omschrijven. Ook al kan daar een zekere evolutie in zitten.

Zelf vind ik dat redelijk te vergelijken met software. Software die je voor een deel gekopieerd hebt, voor een deel zelf aangepast hebt, maar die voor een deel ook heel dicht aan je hardware gebakken lijkt te zijn.

Misschien brengt me dit ook wel iets dichter bij het anwoord waar om ik nou op het idee kom dat er toch zoiets is als betere en slechtere keuzes. Wat toch duidelijk op een overheersing van de emotie lijkt te wijzen.
Het is vreemd dat ik met een tamelijke zekerheid voel (alleen al die combinatie zekerheid voel !) dat kiezen voor het algemeen belang beter is dan kiezen voor het eigen belang, zonder dat ik dat strikt rationeel kan verantwoorden.

Alleen op deze manier. Het is in elk geval voor de soort beter.
Dat zou kunnen betekenen dat er een soort genetische moraal in ons zit die ons aanspoort om ons sociaal te gedragen, om dat wij zonder de soort als individu geen enkele kans maken.
In de computer analogie de firmware die zorgt dat de computer als zodanig zijn basis functie blijft uitoefenen zodat de gebruikerssoftware op het ding uitgevoerd kan blijven worden.

Mmm. Het loopt niet helemaal mank, maar ik vind het een beetje kale boel.
Zelf richt ik mijn leven liever in met een verwachting.

Daar hebben we het nog wel eens over.

Advertentie

Wildplassen of zelfcensuur

maandag 9 juni, 2008

Wat is het onzindelijke woord in deze titel ‘Wildplassen of zelfcensuur’?

Dat is het woordje ‘of’, want dat suggereert dat we het hier hebben over een keuze die er gemaakt zou moeten worden.
Een soortgelijke keuze werd de Nederlanders voorgehouden in 1937 door de NSB, die de verkiezingsleuze “Mussert of Moskou” voerde. Zonder veel succes overigens want ze gingen bij die verkiezingen achteruit.
Waarom bedenk ik hier nu een even demagogische keuze Wildplassen of Zelfcensuur?
Omdat er in Nederland blijkbaar weer in dat soort termen gedacht wordt.
Ik was bijvoorbeeld nog al geschokt toen in het programma Buitenhof waar in de regel denkende mensen aan het woord komen een columnist van Elsevier regelmatig het woord zelfcensuur (en een enkele keer ook zelfislamisering) in de mond nam, en niemand hem op demagogie aansprak.

Onderwerp van de discussie was de vrijheid van meningsuiting en een gebeurtenis die daarbij centraal stond was de weigering van een paar foto’s door een museumdirecteur.
In de discussie in Buitenhof en in de discussie daarbuiten wordt de vrijheid van meningsuiting regelmatig opgevoerd als een grondrecht, waarop geen enkele beperking mag worden toegepast. Andere vrijheden, zoals de vrijheid van onderwijs en godsdienstvrijheid moeten daar eventueel maar voor wijken. Terwijl een ander soort vrijheid, artistieke vrijheid weer tot de onaantastbare vrijheden behoort.

Bovendien duikt er in de discussie de laatste jaren iets op wat ‘het recht op beledigen’ heet en dit valt ook weer in de categorie grondrechten.

Opvallend is dat er algemeen van uit gegaan wordt dat er zoiets als een onbeperkte vrijheid van meningsuiting in de wet vastgelegd is, maar dat is niet het geval. Wel is er in eerste instantie wel een vrijheid van drukpers geformuleerd, die op dit moment als volgt geformuleerd is:

Artikel 7 Meningsuiting
1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

Dit artikel is inmiddels uitgebreid met bepalingen die op de overige media slaan.

Maar wie goed leest ziet dat er twee beperkingen zijn:
De eerste schuilt in het woord voorafgaand. De wetgever houdt dus wel degelijk de mogelijkheid open om iemand achteraf aan te spreken op de inhoud van een publicatie.
De tweede beperking is verwoord in de toevoeging behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”.
Smaad is bijvoorbeeld strafbaar.

Voor de helderheid van de discussie zou ik dus willen voorstellen dat we onder censuur de voorafgaande beperking van iemands uitingen door met macht beklede derden verstaan.

Op grond van artikel 7 kan je dus zeggen dat er in Nederland geen censuur bestaat. Althans geen overheidscensuur.

De censor hoeft echter niet per se de overheid te zijn. Het kan ook een omroepvereniging zijn, die in een aangekochte programmaserie knipt, omdat de daarin vermelde opvattingen strijdig zijn met de beginselen van die vereniging.

Een kwalijk bij-effect van censuur is, dat de ontvanger van gedrukte of anderszins verspreide uitingen niet altijd weet of ze gecensureerd zijn: Waardoor er niet alleen een vervalsing van de inhoud ontstaat, maar ook nog eens de opvattingen van de oorspronkelijke verspreider onjuist worden weergegeven.
Kijkers die een tv-uitzending bekijken zonder te weten dat die gecensureerd is, krijgen ten onrechte de indruk dat wat zij gezien hebben de opvattingen van de genen die in de aftiteling vermeld staan goed weergeeft.

Geen goed woord voor censuur dus.

Ik woon nu al dertig jaar niet meer in die stad, maar vroeger kreeg je in Amsterdam de vraag “Waar heb dat nou voor nodig?” om je oren, als je je te buiten ging aan onbehoorlijk gedrag.

Dat was nog niet zo’n slechte vraag, want hij impliceert dat gedrag ‘ergens voor nodig moet zijn’. Het doel heiligt de middelen niet, maar de middelen dienen wel door een doel gerechtvaardigd te worden. Je gedrag moet ergens op slaan.

Zinloos geweld (een term waar ik als pacifist enige moeite mee heb) werd dus al voor dat woord in zwang kwam, door die nuchtere Amsterdamse vraagstelling ter discussie gesteld.

Hé, waar ben je nou mee bezig, dat heb toch nergens voor nodig?

Nu was er in die tijd nog een algemeen geldende opvatting over wat je met goed fatsoen wel en niet deed. En daar golden termen voor als beschaving, fatsoen, omgangsvormen, goede smaak en manieren, en een belangrijk deel van de opvoeding bestond uit het bijbrengen van het leren hanteren van de regels die daar uit voortvloeiden en waar je je eigen gedrag dan mee reguleerde.
Kortom, een zekere zelfbeperking was een normaal, zo niet essentieel onderdeel van de weg naar volwassenheid, beschaving en sociaal gedrag.

De notie dat je niet zomaar alles wat bij je opkomt ook maar moet zeggen is overigens nog ouder dan de weg naar Rome, getuige Psalm 141:3 “HEERE! zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur mijner lippen.

Nu hebben wij inmiddels de Verlichting  en de zestiger jaren doorgemaakt, maar dat neemt niet weg dat we in meerderheid nog steeds weinig zien in zinloos geweld en bijgevolg ook weinig mogen verwachten van zinloos verbaal geweld.

Zijn er nu vrijplaatsen waarin die  zelfbeperking ten behoeve van de lieve vrede niet in acht hoeft te worden genomen?

Sommige kunstenaars of mensen die zich als zodanig beschouwen, claimen wel eens een artistieke vrijheid die geen rekening met burgerlijke waarden hoeft te houden.
Zij eigenen zich het recht toe om te shockeren of taboes te doorbreken.
Of zoals ze het ook wel graag zeggen, grensverleggend bezig te zijn.

De motivatie (de uitleg waar dat voor nodig heb) hiervoor is niet altijd duidelijk.
Bijvoorbeeld als een popzangeres zich zogenaamd kruisigt. Of als een fotografe mannen fotografeert die homoseksuelen moeten verbeelden en ze dan voorziet van maskers die de profeet en diens schoonzoon moeten voorstellen.

Over smaak valt wel degelijk te twisten, en volgens mijn opvattingen vallen beide uitingen onder de noemer wansmaak. De fotografe geeft nog een politieke motivatie. Zij wil de hypocrisie t.a.v. homoseksualiteit in moslimlanden aan de kaak stellen.

Ik vraag me daarbij wel een paar dingen af:
Waarom doet zij dit in Nederland? Ik dacht dat homoseksuelen het hier niet zo slecht hadden. Of denkt zij dat homo’s in Iran het beter krijgen door in Den Haag foto’s op te hangen?
Ik vind het ook wel een erg veilige manier van dapperheid.

Het doet mij denken aan het gedrag van de Grote Wildplasser van Nederland, die zijn dapperheid vertoont van achter de brede ruggen van zijn beveiligers. En zich dan ook nog eens aan de gotspe te buiten gaat om zijn collega politici laf te noemen. Terwijl het wel die “laffe” collega’s van hem zijn die er voor zorgen dat GW veilig kan beledigen.

Hetzelfde gedrag zien wij trouwens ook bij zijn illustere voorgangster en zijn illustere navolgster van Bang voor Nederland.

Nog even over dat grens verleggend bezig zijn:
Ook hier doet zich de “Waar-heb-dat-nou-voor-nodig” vraag voor.

Hitler was ook grensverleggend bezig en dat vonden we hier aan onze kant van een zo’n grens – afgezien van dat handjevol NSB-ers – toch niet zo’n goed idee destijds.
Grenzen die op een legale manier tot stand gekomen zijn en breed als zodanig erkend worden, dienen alleen met algemene instemming gewijzigd te worden of anders gehandhaafd te worden.
Dit geldt niet alleen voor landsgrenzen, maar ook voor grenzen aan het gedrag.

mailtobutton


%d bloggers liken dit: