Taal leeft, luidt het cliché. En taal kan het weten, want taal bestaat voor een goed deel uit clichés, of – om het iets neutraler uit te drukken – vaste uitdrukkingen.
Veel vaste uitdrukkingen zijn overigens ook weer niet muurvast. Na een tijdje raken ze weer in vergetelheid en weten alleen nog types als Paulien Cornelisse en Ewoud Sanders van hun bestaan.
Want wanneer gebruikt een normaal mens zoals u nog een uitdrukking als voordeurdelers? De kranten stonden er ooit vol van. Het Ik-tijdperk dan? Of tweeverdieners?
Deze termen zijn verdwenen, omdat de bijbehorende verschijnselen niet meer uitzonderlijk zijn.
Niemand bekommert er zich nog om of de buren wel of niet getrouwd zijn.
Een meerderheid van ons volk lijkt zielstevreden te zijn met ik-tijdperk.
OK. Links – zoals u weet het enige volksdeel met hobby’s – zou wel een tikje meer wij-tijdperk blieven en rechts ziet overal het gevaar van het hunnie-tijdperk. Maar vrijwel iedereen is tevreden met de tweeverdieners.
Toen mijn eerste kind naar de basisschool ging, was mijn vrouw een van de weinige vrouwen op het schoolplein die ook nog een andere baan had.
Toen mijn zes jaar later geboren kind die zelfde basis school verliet, was zij een van de weinigen die niet buitenshuis werkte.
So what? Het is toch het goede recht van iedere vrouw om buitenshuis te gaan werken als ze dat willen?
Natuurlijk. Zoals het ook hun goede recht is om dat niet te doen, als ze dat niet willen en een partner daar voor zorgt.
Of als twee partners die taak delen.
Tenminste, dat is wat ik aan de tweede feministische golf heb overgehouden. Het idee dat de vrouw beslist over haar leven.
Dat laatste idee lijkt echter niet bij iedereen te leven.
De drie liberale partijen, VVD, D66 en GroenLinks en de twee populistische partijen SP en PVV willen dat vrouwen ‘gestimuleerd worden deel te nemen aan het arbeidsproces‘ zoals ze dat noemen en verklaren daarbij ook nog eens dat dit een bijdrage aan de emancipatie van de vrouw is.
Niks zelf beslissen. Wij weten wat goed voor je is. Je huis uit!
Het voortouw wordt hierbij genomen door GroenLinks. Een voormalige lijsttrekker van deze partij liet geen gelegenheid voorbij gaan om te pleiten over wat zij smalend noemt de aanrechtsubsidie en dat is niet alleen demagogisch, maar ook anti-feministisch, rechts en milieu vijandig.
Ik zal die vier beschuldigingen hieronder stuk voor stuk onderbouwen.
Zeuren over aanrechtsubsidie is demagogisch
De zogenaamde aanrechtsubsidie is helemaal geen subsidie.
Officieel heet het algemene heffingskorting en het is een stukje van wat vroeger de belastingvrije voet heette. Het was het gedeelte van het inkomen waarover geen belasting betaald hoeft te worden.
Voor een gezin was dat bedrag hoger dan voor een alleenstaande. En de verrekening vond plaats via de aanslag van de kostwinner.
Later werd dit systeem gewijzigd. De belastingvrije voet van de kostwinner werd verlaagd. Deze ging dus meer belasting betalen en de niet werkende partner kreeg nu van de belastingdienst een bedrag op haar of zijn rekening teruggestort.
Prettiger konden ze het niet maken, maar wel ingewikkelder.
Maar de voorstanders van deze regeling vonden dat dit de emancipatie van de vrouw diende.
Nu er naar gestreefd wordt om deze uitkering te stoppen, wordt de belasting voor gezinnen waarvan een van de partners geen betalende baan heeft dus verhoogd. En wederom wordt dit emanciperend genoemd.
Eerst emancipeer je dus door het uitdelen van een sigaar uit de eigen gezinsdoos en vervolgens emancipeer je nog eens door die sigaar weer af te pakken.
Als we het dus per se over een aanrecht willen hebben, hebben we het hier dus over het invoeren van de aanrechtbelasting!
Zeuren over aanrechtsubsidie is anti-feministisch
Zeuren over aanrechtsubsidie is niet alleen anti-feministisch omdat het het recht van vrouwen en een enkele man ontkent om zelf uit te maken hoe ze het werk met hun partner verdelen.
Het is ook anti-feministisch omdat het woord aanrechtsubsidie een kleinerend beeld creëert van het werk wat in huis verricht wordt.
Wat daar gebeurt is namelijk zeer belangrijk werk, wat veel aandacht, inspanning en kunde vraagt om het goed te doen, zeker als daar het verzorgen en opvoeden van kinderen bij komt.
Het scheppen van een veilige liefdevolle omgeving waarin kleine mensen opgroeien is niet alleen van cruciaal belang voor die kinderen zelf, maar tevens voor de maatschappij die zij later gaan bevolken.
Dat dat werk niet betaald en onvoldoende gewaardeerd wordt is al erg genoeg.
Het is ronduit schandalig om daar nog eens een sneer over ‘aanrechtsubsidie’ aan toe te voegen en dan ook nog eens te claimen dat je emanciperend bezig bent.
Zeuren over aanrechtsubsidie is rechts
De werkelijke beweegreden achter het afnemen van de belastingcompensatie van niet-werkende partners is dat men verwacht dat dezen hierdoor aangemoedigd worden buitenshuis betaald werk te gaan verrichten.
Natuurlijk is het maar de vraag of mensen die bewust kiezen voor huis en gezin voor pakweg 170 euro per maand te koop zijn. Maar overheden en politici denken zo niet. Zij denken niet aan individuele mensen, ze denken in systemen.
Ze gaan er van uit dat het goed is voor de economie dat er door iedere volwassene betaald werk verricht moet worden.
Mogelijk is dat ook goed voor de economie. Maar de vraag die iedere politicus zich moet stellen, en zeker iedere zich links noemende politicus zich moet stellen is:
“Is wat goed is voor de economie, ook goed voor mensen?”
Deze droom van de totale tweeverdienersmaatschappij is een rechts kapitalistisch droom en gaat niet meer over full employment maar over full exploitation.
In een economie waarin in meerdere bedrijfstakken de CAO ontdoken kan worden, het ontslagrecht wordt verruimd, de duur van de WW wordt ingekort;
waarin buitenlandse bedrijven van de ene op de andere dag hun productie naar een ander land kunnen verplaatsen;
waarin iedereen tot zijn 67ste moet werken, maar vrijwel niemand boven z’n vijftigste nog een normale baan kan vinden;
In zo’n economie valt groei stelselmatig uit in het voordeel van de ondernemer en niet in het voordeel van hen die ondernomen worden.
Werken is prachtig. Maar het moet eerlijk beloond worden, zowel binnenshuis als buitenshuis.
Werken is een individueel recht en een sociale plicht zowel binnenshuis als buitenshuis.
En ieder moet het recht hebben zelf uit te maken waar hij zijn of haar werk wil verrichten.
Het gezeur over aanrechtsubsidie is milieu-vijandig
Hoe meer arbeidsparticipatie, hoe meer woon werk verkeer. Dat kan iedereen op zijn vingers natellen.
Natuurlijk, politici verven desgevraagd de banen die zij op papier creëren allemaal duurzaam groen. Maar dat thuis werken is een verhaal dat we al jaren horen, maar nog nauwelijks zien.
(Soms krijg je heimwee naar dat jaar 2020 waarin al die kabinetsdoelstellingen bereikt werden).
Als iedereen werkt, heeft er ook bijna niemand meer puf om uitgebreid te koken. De kinderen die in zo’n convenience gezin opgroeien zullen het dan ook niet of nauwelijks zien gebeuren en zullen het derhalve ook nooit leren en het later ook niet doen. En dus zie je steeds meer kant en klaar producten in de winkel.
Vroeger maakte je van tien basisproducten zoals aardappelen, melk, ei, ui, meel, havermout, appel, boter, rijst en pasta tezamen met groenten en fruit honderd en veertig verschillende gerechten. Nu vind je er minstens honderdtwintig daarvan kant en klaar in de supermarkt.
Zo komt de Plusmarkt aan zijn 10.000 artikelen en de Jumbo aan de 32.000!
Stuur je nu een kind voor een pak yoghurt naar Albert dan zal het minuten lang moeten zoeken tussen de 27 yoghurt varianten.
Al die producten zullen gefabriceerd , verpakt en vervoerd moeten worden en ons via de reclame aangepraat moeten worden. En dagelijks blijven van al die producten weer onverkochte resten over.
Twee verdieners zijn ook twee verbruikers. Sparen is ongeveer net zo populair als koperpoetsen dus komt die 3D tv er wel en de derde vakantie over een tijdje ook wel. Dat bankstel kan eigenlijk ook niet meer en een boodschappen autootje zou toch wel handig zijn. Elektrisch misschien, vanwege het milieu?
Kortom, de grondstoffen raken dan wel op, ook al kunnen we binnenkort olie uit de oceaan halen, maar de productie moet blijven groeien.
Het tweeverdienersmodel is de zege van de consumptiemaatschappij, maar een ramp voor het milieu en het ondergraaft het persoonlijk- en maatschappelijk noodzakelijke (kent u dat woord nog?) gezinsleven.
Met die mythe van de aanrechtsubsidie toont GroenLinks zich dus niet groen en niet links.
Zie ook het pamflet “Waarom ouders onmisbaar zijn; Het gezin de broedstoof van de evolutie” en nogmaals aanbevolen het Moederfront